9
De leden Luijten en Dirven stellen echter voor het
werk over 2 commissies te verdeèlen,daar met beide
onderdeden aanzienlijke werkzaamheden zullen ge
paard gaan.
De Voorzitter vindt dit idee uitstekend.
Het lid A,A.Luijkx vestigt de a - ndacht op de
wanscheli jl heid,vooral in de commissie voor het_ uii
breidingsplan inwoners uit htten,Leur en Int— 11
lebrord op te nemen,teneinde de beien, en van ieder
der onderdeelen der gemeente zoo goed mogelijk te
behartigen.
Ook dit voorstel ontmoet algemeenen bijval.
De Voorzitter laat het aan de vergadering over
de commissie voor de algcmeene-politie-verordaning
samen te stellen.
In onderling overleg en zonder dat de Voorzitter
hieromtrent hoofdelijke stemming noodig oordeelt
wordt deze commissie als volgt samengesteld:
A. van Steen,
C.l/I. Luijkx,
C. k.Brz t,
33. Vissers.
Als secretaris dezer commissie zal optreden de
gem nta-secretaris.
Voordat de commissie voor het uitbreidingsplan
wordt samengesteld, wen sc lit de Ho er Praat te verne
men of hierbij geen aandacht dient te worden ge
schonken aan het ijjdelijke karakter va den zitten
den gemeente-raad.
De Voorzitter kan hierin geen onkel bezwaarzien,
terneer,daar groots spoed met de vaststelling gebo
den is. Mocht deze raad niet mot ontwerp gereed ko
men dan zullen toch in ieder geval de besprekingen
hun vruchten afwerpen.
Eveneens in onderling overleg en zonder hoofde
lijke stemming wordt ooi deze commissie vastgesteld
uit de leden:
G. Luijten
Chr. van Dorst;
H. van Peer
J. Pertijs;
A. Vermeulen;
33. Vissers.
14. De Voorzitter maakt van dit punt dér genda ge
bruik om mede te deelen dat door den Inspecteur
van de Volksgezondheid is bepaald dat in 1946 in de
gemeente Atten en Leur 12 definitieve woningen zul
len mogen worden gebouwd. De inhoud varieert van
300-350 M3. Di* bouwprijs zal om en nabij P 10.000,-
bedragen.
éls het lid Vissers een vraag stelt inzake de
financiënle regeling van dezen bouwantwoordt de
Voorzit er dat de woningnood zoo groot is dat onge
acht deze regeling tot bouw moet worden overgegaan.
Het lid C.h.Luijkx drukt na een positieve beant
woording van zijn desbetreffende vraag zijn groote
voldoening uit over den maatregel van het gemeente
bestuur om de oorlogsgetroffenen het eerst in de ge
legsnheid te stellen hun woningen te herbouwen.
Het lid van Vleuten vraagt of in deze regeling
ook. winkelpanden zijn begrepen,waarop de Voorzitter
antwoordtdat deze,hoewel buiten deze 12 woningen