4. O O f?}/eó niet juist zijn,daar de verlichtingsinstallatie is afgebroken. ""De Voorzitter ontkent dit echter. Eet lid Luijten voert daarop aan,datindien van een bepaalde installatie ankele onderdeden zijn weg genomen,die installatie ophoudt te bestaan. De Voorzitter ontkent dit in zijn algemeenheid en voert aan dat een auto zonder banden nog wel degelijk een auto is,waarop het lid Luijten. antwoordt dat dit; een ander geval is,daar hier de voornaamste onderdes len zijn weggenomen. Dq Voorzitter deelt hierna mede dat blijkens een zeer uitvoerig rapport van den Directeur van^het^ G.E.B. de voornaamste onderdeelen nog aanwezig zijn. O.m. zijn ondergrondsehe leidingen en schakelappara- tuur nog geheel intact. Het lid Luijten blijft bij zijn meening dat de in stallatie niet aanwezig is,omdat hi n onderdeelen ontbreken. Eij merkt op dat het bezwaarschrift/zijn aanslag te zien tenietgedaan,dooh slechts de opmerk zaamheid van het gemeente-bestuur te vestigen op de onrechtvaardigheid,die hier wordt begaan. De Voorzitter aegt dat over deze aangelegenheid reeds een zeer uitvoerige discussie is gevoerd in de vergadering van Burgemeester en wethouderswaarbij dat college tot de conclusie is gekomen dat geen voorstel tot vernietiging van den aansèèg aan den raad kon worden gedaan op grond van het aanwezig zijn van het overgroote deel der installatie. Eet lid Braat stelt hierna de vraag hoe de straat belasting terzake van verlichting moet worden bezien Moet deze betaald worden omdat men een lantaarn voor of in de nabijheid van zijn woning heeft,of omdat iedereen gebruik maakt van de geheels straatverlich ting in de gem waterzij het de een in meer- de ander in mindere mate. De Voorzitter deelt ds tweede zienswijze en verge lijkt dit met*de wegenbelasting voor zijn auto. Toen Zeeusch-Vlaanderen geisol erd was en de bewoners,die over een auto beschikten,slechts in hun beperkte ge bied konden rondrijden,betaalden zij de volle wegen belasting, ter1 ijl daarvan toch in Groningen en Limbi^ werden aangelegd of verbeterd. Het lid C.M.Luijkx isvan meaning dat op biilijkheiid overwegingen den aanslag moet worden vernietigd,daar de installatie is weggenomen. Eet lid van Steen vestigt de aandacht op de uitvoe rige discussies over dit onderwerp in de vergadering 3ar commissie Financiën. Bij diepere beschouwing zal nen zien dat de verordening spreekt van een billijke Dijdrage in de totale kosten van aanleg en onderhoud soodat naar zijne meening het niet terzake doet of loor een of andere omstandigheid een bepaalde lan- ^a irn niet braaden kan. ierna vraagt de Heer C.M.DMjkx,waarom de onderdec Len zijn weggenomen,waarop de Voorzitter antwoordt lat gedurende den geheelen bezettingstijd iedereen iet hoofd boven water heeft moeten houden met repa- reeren en oplappen,zoodat dat ook hier met het G.E.B. vel het geval zal zijn geweest. De Directeur van het r.E.B. merkt overigens op dat het een kwestie is van revisie Het lid Braat zag gaarne een bepaling,die het ook voor e verlichting moge lij1- maakte teruggave van be«* O

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1946 | | pagina 18