0} 131 Ook da heer Braat is het met vorigen spreker eens. Hij is eveneens van meening, dat het werken elders door de arbeiders moet xrorden voorkomen, bit kan niet anders worden bereikt dan door het vestigen van industrie in eigen gemeente. Hij is tegen landelijke karakter in de toekomst. De gr nd in deze gemeente is reeds geheel verdeeld,waar door plaats voor andere boeren onmogelijk is geworden. We zijn dus wel gedwongen -aldus het lid Braat- ons meer op industrie toe te -i-eggen. Da heer Pi is zegt, dat er blijkbaar een misverstand heerscht omtrent het door hem bedoelde landelijk karakter dezer gemeente. Dat is niet alleen beperkt tot de boerderijen maar omvat ook de landarbeiders woningen. Da heer Braat merkt naar aanleiding hiervan op dat vorige spreker speciaal cultuurgronden propageert maar wil dan toch opmerken, dat landarbeiderswoningen met stukje grond eveneens verlies van cultuurgronden veroorzaken. Het lmd Vissers is van meening, dat het üitbreidings Plan in zijn geheel zooals door Burgemeester en Wet houders voorgesteld, moet worden aanvaard. Op de allereerste plaats wordt daardoor een goede komvorming verkregen. Twe dens is men van de mogelijkheid tot stichting van industrie verzekerd. Vooral dit laatste is noodzakelijk. Industrie brengt welvaart en leven en voorkomt dat een gemeente een doode plaats wordt. Dat de arbeiders naar elders moeten gaan vronen moet worden tegengegaan. Zij immers brengen geld in het laadje van den minddenstand en zij zijn het die de de producten der cultuurgronden van delandbouwers verbruiken. Wel wordt beweerd dat door vestiging van industrie cultuurgrond verloren gaat, doch ditzelfde zal ook geschieden, wanneer de arbeiders zich elders gaan vestigen. Spreker is verder tegen landelijke be bouwing in het Uitbreidingsplan. Hij is van oordeel, dat in de toekomst stadsbebouwing beter op zijn plaats is met woningen met niet te groote tuin, waarindde arbeiders na hun werk naar genoegen kunnen werken. Hij vindt het uit den booze dat zij des avonds na zware arbeid, nog een groot stuk grond zouden moeten bewerken ter verlichting van hun gezin. Gestreefd noet worden naar volledige weekloonen, die eigen sroententeelt om wille der noodzakelijkheid, on- noodig maken. Hij stekt voor uit oogpunt van algemeen belang, het voorstel van B en W in zijn geheel aan te nemen. Wethouder Lui.jkx en het lid Dirven zeggen de veront waardiging niet te begrijpen, die het toezwaarscchrift van den Boerenbond blijkbaar heeft veroorzaakt. Zij wijzen er met nadruk op dat dit request niet zegt, dat arbeiders die elders werken, zich daar ook maar moete vestigen. Men wijst slechts op de mogelijkheid ervan. In de' praktijk heeft zulks reeds herhaaldelijk plaats gehad. Ook is men niet tegen vestiging van industrie. Wanneer fabrieken worden gebouwd, zal daarvoor de aoodige cultuur worden afgestaan.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1946 | | pagina 147