0 (Tl O 4 n. s. 17192 94 v/orden ondersteund en wordt post 4S0C voor Uitgaven tot bevordering van het cultureel gebied in de gemeente Etten en Leur, welke pro memorie is uitgetrokken, tot een bedrag van f.100 op de begrèoting gebracht. Volgnummer 531. In de vergadering van d© Commissie voor de Financiën werd het uitgastrekken bedrag voor Overbruggingsgeld ad f.84000.- os sproken. De Voorzitter licht toe, dat de gemeente in deze geen zeggingsschap heeft. Misschien dut hierin lenige verbetering wordt gebracht door het nieuwe voorschrift, dat geen uitkeeringen mogen geschieden dan na overleg met hst Arbeidsbureau. Volgnummer 554. De heer Dresens informeert naar het Comité voor Bijzondere Nooden. De Voorzitter licht toe, dat dit ten doel head ingezetenen, die -zooals het woord reedd aanduidt- in bijzondere nooden verkeerden, te helpen.Dit geschiedde o.a. uit het door de gemeente verleende subsidie a 1 cent per inwoner. Dit comité blijkt thans niet meer noodig te zijn doch^ veiligheidshalve is deze post pro memorie uitgetrokken op de begrooting. De heer Dresens vervolgt verder, dat hij als lid da" Commissie voor Woningherstel thans met veel menschen in aanraking komt en txstisK onder hen ©r verschillenden zijn, die zelf niet de kosten kunnen betalen voor het aanbrengen van de noodige verbeteringen aan hunne woningen. Verkeeren dezen ru niet in^het geval "Bijzondere Nooden" en komen dezulken niet in aanmerking voor een vergoeding van dat comité Da Voorzitter beantwoordt deze vraag met de mede- deeling, dat juist een dezer dagen een circulaire is'binnengekomen van den Minister van Binnenlandsche Zaken die over deze kwestie handelt. Nomen dergelijke menschen niet in aanmerking voor ©en tegemoetkoming als daarin bedoeld, dan vallen zij zeer zeker in de categorie van Bijzondere Nooden. Doch het subsidie dat aan dit comité was toegekend bedraagt slechts 1 cent per inwoner, zoodat in totaal ongeveer f.112 kan worden uitgekeerd. Dergelijke menscrfS9op een andere manier geholpen worden en de plannen daaromtrent zijn nog in wording. Volgnummer 704. De heer Pijs merkt hierbij op dat het hem is opgevallen dat in de meförie van toe lichting wordt gesproken over asphalteering der wegen in plaats van klinkerbestrating, zulks met het oog op de klinkerpositie, waardoor het lang durig wachten op de verbetering der wegen eenigszias lean worden verminderd. In verband hiermede wijst hij op een reeds eerder genomen besluit van den Raad, dat bij verbetering- der in het plan opgenomen wegen het daaruit komende materiaal zou worden gebezigd voor verbetering der

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1946 | | pagina 107