VERSLAG
van het niet-officieele gedeelte der installatie
van den hèÊuw-benoemden Burgemeester der gemeente
Etten en Leur Mr.Dr.Ch.J.M.A. van Rooy.
Onmiddellijk na het sluiten van de vergadering
van den gemeente-raad deelt de loco-burgemeester me
de dat de vergadering,hoewel gesloten,niet zal wor
den ontbonden,alvorens de gemeente-raadsleden en de
genoodigden in de gelegenheid zullen zijn gestéld,
een welkomstwoord tot den Burgemeester te richten.
Van deze gelegenheid maakt wethouder van de Riet
als tweede wethouder het eerst gebruik.
Hij wenscht den nieuw-benoemden hartelijk geluk
J®et zijin^benoeming en heet hem welkom in deze gemeep
te. Hij is verheugd,dat wij na zoo langen tijd weer
een wettigen vertegenwoordiger van onze wettige re
geering hebben. Hij meende dat het goed moest zijn
door een echten burgervader weer te worden bestuurd
en hij werd in deze meening versterkt toen hij ver
nam dat de Burgemeester voortstamt uit een echte
Amsterdamsche familie,waarvan het Hoofd een bekend.
Amsterdamsch chirurg en een groot Nederlander is.
Hij wil Gods zegen afsmeken,teneinde het werk var
den nieuwen burgervader zoo vruchtbaar mogelijk te
doen zijn.
Vervolgens wenscht het lid Vissers het woord.
Ook hij is verheugd met de benoeming van den bur
gemeester waarop zoo langen tijd is gewacht.
Ondaks het feit dat de Burgemeester zeer kort is
geweest in het vermelden van de werkzaamheden,die te
wachten staan,heeft hij de overtuiging dat de Voor
zitter de verschillende vraagstukken mat kracht zal
ter had nemen.
Hij schaart zich dan ook volledig achter de woor
den van den eersten wethouder en zegt zijn volle
steun toe in de plannen,die in groote lijnen reeds
zijn aangegeven.
Hij dankt den Voorzitter voor de hartelijke woor
den, die hij tot het college van den raad heeft ge
richt.
wethouder Eeskens verleent hierna het woord aan
d e n waar neme nd game e nte-s e ere tari s
Leze biedt uit naam van het voltallige personeel,
in dienst der gemeente,den Burgemeester zijn harte
lijke gelukwenschen aan.
Hij beperkt zich niet tot deze gevoelsuiting al
leen, doch zegt den Burgemeester de bereidheid van
het personeel toe om de volle verantwoordelijkheid
te aanvaarden voor de taak,die hij op hun schouders
leggen zal.
Vervolgens verklaart hij dat het personeel in den
bezettingstijd het juiste karakter van hun taak,hun
"dienende plicht" ten opzichte van de gemeente en
haar inwoners heeft leeren zien als de eigenlijke
waarde van hun functie. Hij brengt dank en waardee
ring aan het onvermoeide ijveren van den waarnemend
Burgemeester,waardoor het mogelijk was,de vaste voor^
nemens tot vernieuwing en verbetering na de bezetting
in daden om te zetten.
'Tenslotte ontveinst hij zich niet dat de komende
jaren
