14 4v.
f o
O
de mogelijkheid van het maken van een plan tot dem
ping van de Leursche Haven en dit te zien los van
het plan van uitbreiding.
De Voorzitter is van meening dat niet met zeker
heid kan worden gezegd,welke plannen bestaan ten
aanzien van de waterleidingen,zoo dat evenmin kan ge-
zegd worden,welke gevolgen dit hebben zal voor de
huidige Leursche Haven. Thans zou een kostbaar rio-
leeringswerk moeten worden aangelegdterwijl zoo
straks zou blijken dat het geheel eenvoudig gedempt
kan worden,zij het met een minder kostbare riolee-
ring
Ia eenige discussie omtrent de urgentie van een
of andere voorziening met betrekking tot de Leur
sche Haven zegt de Voorzitter toe ernaar te zullen
streven dat het uitbreidingsplan zoo spoedig mogeljjl
zal worden behandeld.
Het lid Dirven heeft voorts nog een vraag inzake
de Brandsche Vaart,waarop de Voorz.itter antwoordt
dat hem is medegedeelddat deze geheel betrokken is
in de plannen van de Provincie op waterstaatkundig
gebied.
Hierna wordt overgegaan tot punt 5 der agenda.
a. Verkiezing van den Voorzitter de® commissie voor
Financiën:
Na voorlezing van het voorstel van Burgemeester
en wethouders aan den raad,biedt de Voorzitter het
concept-besluit ter vaststelling aan.
De Heer Vissers verlangt hierover het woord en
spreekt zijn voldoening uit over deze zienswijze var
Burgemeester en wethouders. Hij stemt hiermede vol
ledig in.
Daar geen der leden *nog hierover het woord ver-
langt,brengt de Voorzitter dit voorstel in stemming.
Uitgebracht worden 15 stemmen,waarvan:
14 op M.C.A. van de Riet.
1 op C.M. Luijkx.
Met algemeen meerderheid van stemmen wordt dus
het ontwerp-besluit vastgesteld.
De wethouder dankt voor het in hem gestelde ver
trouwen,deelt den Voorzitter mede dat hij de benoe
ming accepteert en geeft te kennen dat.hij ernaar
streven zal deze functie zoo goed mogelijk te ver
vullen.
b. Benoeming van een nieuw lid van het Burgerlijk
Armbestuur.
Na voorlezing der aanbeveling en het daarbijbb-
hoorende voorstel van Burgemeester en wethoudersvei
langt het lid van Steen hierover het woord.
Hij zet uiteen dat deze kwestie - de kwestie B.A.
in de vergaderingen van den vroegeren gemeente-raad
reeds zeer vaak en zeer uitvoerig is besproken. Hij
is van meening dat thans dient te worden gebroken
met het oude systeem en dat naar aen andere oplossig
moet vorden gestreefd. Hij, stelt voor de armenverzor
ging meteen onder te brengen bij het Bureau Sociale
Zaken van de gemeente.
Het lid Dirven merkt hierna op dat in het schrij
ven van Burgemeester en wethouders sprake was van
zakenliedendie in het B.A. vertegenwoordigd zijn.
Hij wenscht na te gaan,welke zakenlieden hiermede: