b
cr-
lv
10
noet ingevolge de bestaande voorschriften dit plaat
selijk loonpeil worden losgelaten en dienen de Rijks-
normen als basis te worden aangenomen.
Bij de vaststelling der loonen is rekening gehou
den met de beide factoren: prestatie en behoefte.
Voorts is uitgegaan van het sociale principe dat
een ongehuwde een zoodanig loon behoort te genieten 1
dat hij in de gelegenheid is te sparen en in het hu-
wei-ijk te treden. Daarom is in het loon de toeslag
verdisconteerd voor de beide eerste kinderen.
Inzage dekstukken zal de verdere details der re
geling wel voldoende duidelijk hebben gemaakt^ en
voor het overige stelt de Voer zitter de leden in de c
gelegenheid vragen,die mochten zijn gerezen,ter kerm
nis te brengen.
De Heer van Steen verlangt hierover het woord.
Hij drukt zijn groote voldoening uit over het totg
standkomen dezer regeling. Hij deelt mede dat iedere
arbeider in het particuliere bedrijf en zelfs bij de 3
werkverschaffing steeds F 6,a F 7»meer verdienc
heeft dan de menschen,in dienst der eraeente. 5
Hij geeft als zijn oordeel te kennen dat men
slechts bij behoorlijke loonen pressie op de werklie--
den kan uitoefenen om de arbeidsprestaties zoo hoog
nogelijk op te voeren,terwijl men alleen bij goede
loonen tevreden menschen kan verwachten.
Gaarne vernam hij of het mogelijk zijn zou,in de
nabije toekomst een regeling voor rijwielvergoeding
en gereedschapsvergoeding tot stand te brengen.
De Voorzitter antwoordt den Heer van Steen dat de
kwestie der rijwielvergoeding volledig is geregeld
in de verordening en hij licht het betreffende arti
kel 11 toe door het aangeven van het principe dezer
regeling,n.l. de verdeeling van het personeel in 3
categorien en vaststelling van een vergoedingsbedrag
voor elke categorie afzonderlijk. Voorts vermeldt hi;?
dat ook de gereedschapsvergoeding in een afzonderlijk
artikel reeds in principe is geregeld.
Wethouder Feskens,van meening dat de Heer van STUF
onder gereedschapsvergoeding ook de schoppenvergoe
ding verstaatvestigt er de aandacht op dat inderdaad
werklieden in dienst der gemeenteeen eigen schop ge
bruikt en versleten hebben. Hie mand heeft echter ooitj
een verzoek tot het College van Burgemeester en wet
houders gericht,om daarin eenige bijdrage te mogen
ontvangen. De Heer van Steen geeft hierna toe dat dar
inderdaad de schuld daarvan bij de werklieden zelf
noet TJorden gezocht. s
De Heer Vissers brengt vervolgens het College van f
Burgemeester en wethouders dank voor het ontwerpen
van deze nieuwe regeling. Hij drukt er zijn spijt
over uit dat door den Burgemeesterwaarnemende de taa
van den raad de laatste - door dit College in samen
werking met B. en V. - ontworpen regelingniet is uit
gevoerdzooals dit de bedoeling was geweest.
Zoojuist heeft hij echter vernomen dat de Minister;
van Binnenlandsche Zaken een commissie heeft ingesteld
waaraan zal worden opgedragen het ontwerpen van nieu
we regelingen met betrekking tot de bezoldiging van
het personeel in Overheidsdienst. Deze commissie zou»
reeds een rapport aan den Minister hebben ingediend.
Mocht de loonregeling niet thans viorden goedge-
ceurd,dan ware naar zijne meening te overwegen of
eventueel