109
Twppde verzoek van het Burgerlijk Armbestuur
*om met ingang van 1 Januari 194l het jaar
salaris van den Voorzitter te Etten te
bepalen op f.300 en dat van den Voorzitter
te Leur op f.150*
De heer VAK STEEN kan zich met het verzoek
van het Burgerlijk Armbestuur vereenigen, maar
dan zou het salaris van den secretaris
enningmeester naar evenredigheid moeten
worden verlaagd. Immers de vroeger aan deze
toegekende verhooging van circa f.200 heeft
ntmSex zijn goedkeuring neggedragen.
De heer Dkkers wil het salaris van den
secretaris penningmeester met f.100 verlagen
en de helft daarvan dus f.50 Voegen bij elk
der salarissen van den Voorzitter te Etten
en den Voorzitter te Leur.
De heer FESKENS merkt op, dat de verlagiig
voor den secretaris penningmeester niet voor
de nieuwe begrooting met ingang van 1 Jan.
iq42 kan ingaan. De begrooting voor 1941 is
vastgesteld en de raad kan in de daarbij
vastgestelde bedragen niet naar willekeur
verandering aanbrengen.
De heer B.VISSERS zegt de kwestie van hét
salaris van den secretaris-penningmeester
van het Burgerlijk Armbestuur, als dateerende
van ouderen datum, te willen toelichten.
Het salaris yan den Hoofdcommies ter
secretarie is bij s raadsverordening, die
nog steeds geldende is, bepaald op 3/4 van het
salaris van den gemeente secretaris.
Toen voor een tiental jaren het aantak
zielen der gemeente de 10000 overschreed
werden de salarissen van Burgemeester,
Secretaris en Ontvanger automatisch door
Ged Staten geplaatst in de klasse van meer
dan*10000zielen en werden hunne salarissen
automatisch verhoogd tot fle door Ged. Staten
vastgestelde bedragen.
Ingevolge raadsverordening verhoogde
automatisch eveneens ook het salaris van den
hoofdcommies, doch Ged. Staten hadden daar
tegen bezwaar en de Regeering eveneens.
Om deze onbillijkheid eenigszins te onder
vangen heeft de Raad het salaris van den
hoofdcommies als secretaris penningmeester
van het Burgerlijk Armbestuur verhoogd zij
het in mindere mate als verlaging was toege-
paS^s Raads beslissing wf>s dus een daad van
rechtvaardigheid.
De heer FESKENS meentdat men hier niet
van een verkapte loonsverhooging kan spreken
ofschoon hij destijds wel tegen deze wijze
van handelen was gekeerd.
De heer PIJS, wien deze zaak nimmer
duidelijk is geweest, zegt thans door den heer
Vissers voldoende te zijn ingelicht. De heer
B.Vissers herhaald zijn voorstel in de
vorige vergadering gedaan n.l. resp. f150 en
f.100 voor Etten en Leur.
Het voorstel van den heer van Steen wordt