334
Antwoord Voorzit er: Naar zijn meening is de h§§r
Dekkers er heelemaal naast. Vooreerst was er voor
de aansluiting een hulp aanwezig, wiens toelage
f^HO0 per jaar bedroeg. Daarenboven Ijeeft de
^êmeente-opzichter behalve het bouwtoezicht nog zooveel
ander werk, dat hij toch al overbelast is.
De voor onze gemeente geldende bouwverordening is
samengesteld door deskundigen, vanwege de afdeeling
Noordbrabant van de Vereeniging van Nederlandsche
Gemeenten en is in schier alle plattelands gemeenten
van Noordbrabant ingevoerd.
Het Eouw- Woning- en «'elstandstoezicht zorgt er
alleen voor dat deze verordening ook wordt uitge
voerd. Zij brengt geen meerdere kosten of moeiten
voor de aanvragers mee. Integendeel, levert zij
gratis de verbeteringen op ingediende teekeningeia, die
den bouw ook wel eens goedkooper maken.
De aansluiting bij het Bouw-Woning- en Welstands
toezicht was een uitvloeisel van de gebleken nood-
zakelijkheid. Hoe zou de heer Koks tijd hebben
kunnen vinnen voor het onderzoek van den woning
toestand in deze gemeente, zooals de Commissie dat
ere daan heeft?
De heer DEKKERS repliceert, dat de heer Koks
c?aarvo#r wel tijd zou hebben, indien hij met"geen
andere functie was belast Sn den tijd, die hij voor
de vervulling daarvan noodig heeft, zou besteden voor
ziin hoofdbetrekking.
Wethouder FESKENS, die uit denaard van zijn
beroep daarover zeer goed kan oordeelen, brengt
naar voren, dat de gemeente-opzichter overbelast is,
-onder het bouwtoezicht. Ook hij is maar een mensch
ver kan geen arbeid van meerdere persanen verrichten.
De heer DEKKERS herhaalt, dat hij dit bouw-
oezicht er wel bij zou kunnen hebben, jjidien hij niet
tekens marktmeester was. En zoo noodig" er weer een
goedkoopere hulp kunnen worden bijgenomen. Hij vervolgt
dan:
Volgnummer 212. Is een bedrag van f.20 noodig voor
bezoek aan de Jaarbeurs door den gemeente opzichter?
Antwoord Voorzitter: Er wordt niet meer gedeclareerd
dan uitgegeven. Het overige blijft in de gemeentekas.
Volgnummers 298 en300.
De heer DEKKERS wijst op de verschillende regeling
dezer subsidies.Ofwel het een is te hoog, ofwel het
endere te laag.Hij zou een gelijke regeling wenschen,
ter bevordering van het bezoek dier scholen.
De heer LUIJTEN vraagt of de mogelijkheid niet
bestaat tot instelling van een lagere landbouwschool.
Antwoord Voorzitter: Burgemeester en Wethouders
hebben er geen bezwaar tegen ook de subsidies aan de
Land- en Tuinbouwscholen ad f.25 per leerling onbe
perkt te verleenen voor eiken leerling uit deze
"gemeente die deze scholen bezoekt.
Het schoolbezoek wordt echter hierdoor niet aange
moedigd, wijl deze subsidies niet ten bate der leer
lingen maar van deff school komen. Zij hebben niet den
minsten invloed op het door de leerlingen te betalen
schoolgeld.
Het subsidie aan de Lycea ad f.50 per leerling is
in feite een voorceel voor de gemeente. Immers wanneer
leerlingen uit deze gemeente het OPENBAAR GYMNASIUM