fs 330 7e.Het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling der GEMEENTE-BEGROOTING voor het dienstjaar 19*+0. Bij deze be rooting is gevoegd een memorie vab toelichting en een aanvullende memorie van toelichting, alsmede het rapoort van de Commissie voor de Finanti en met een staat aangevende de wijzigingen welke in de begrooting moeten worden aangebracht, wanneer het rapport van de commissie wordt aangenomen. De Voorzitter deelt mede, dat deze begrooting den Raad werd aangeboden op 20 October 1939 en dat zij bij bekendmaking van 20 October 1939 gedurende toeertien achtereenvolgende dagen voor een ieder ter secretarie van de gemeente ter inzage is nedergelegd en tegen betaling der :-:osten verkrijghaar gesteld, een en ander ter vldoening aan het bepaalde van artikel 23$ lid 2 en 3 der gemeentewet. De Voorzitter zal van een algemeene beschouwing afzien omdat hij volkomen instemt met die welke is opgenomen in het rap port van de Commissie voor de Finantiën, doch hij geeft gaarne het woord aan een of meer der leden om algemeene beschouwingen naar voren te brengen. De heer B.VISSERS zegt, dat hij gaarne van deze gelegenheid zal gebruik maken. Weliswaar heeft hij dat de laatste jaren niet meer gedaan, maar toen was hij lid van de Commissie voor de Finantiën en had als zoodanig ruimschoots gelegenheid zijne wenschen en bedenkingen in die Commissie naar voren te brengen. Nu deze gelegenheid voor hem niet meer openstaat, is hij wel verplicht dat te doen in deze vergadering. In deze bijzondere omstandigheden, waarin allen op elkaar zijn aangewezen, wil hij afzien van politieke beschouwingen en zich bepalen tot zakelijke opbouwende critiek. Ie. dringt hij aan op een verdeeling der werkzaamheden van het College van Burgemeester en Wethouders, omdat de taak te omvanrijk wordt om door een persoon, den Burgemeester^ te worden uitgeoefend. In een gemeente van meer dan 10.000 zielen en een oppervlakte van meer dan 6000 acht hij dat in het belang der gemeenschap, zonder hiermee te willen zeggen dat de Burgemeester het niet goed doet. J 2e.VOLKSGEZONDHEID. Een nieuwe, in verband met de ingevoerde regeling der ziekenfondspremie, tevens mindere salarieering voor de geneesheeren acht hij urgent, alsmede de invoering van een schoolartsenöienstwaarvan de preventieve werking groote finantieele voordeelen in de toekomst medebrengt. 3e.In zake VOLKSHUISVESTING zijn, in verband met het groote aantal onbewoonbaar verklaarde of binnenkort onbewoonbaar te verklaren of te verbeteren woningen tal van nieuwe goedkoope irceiderswoningen met een weekhuur (waterleiding

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1939 | | pagina 63