3^5 If - slechtste wo/ingan in deze gemeente is, het niet erg m^j/ldeiy toestand der woningen in deze gemeente ie gés/eld. Hij begrijpt niet, hoe een dergelijke woning voor onbewoonoaar verklaring in aanmerking kan komen. Wanneer hij toen geweten had, wat hij nu weet, zou hij heden tegen onbewoonba rverklaring zijn opgekomen. "Zou het geen aanbeveling verdienen eene com assie in te stellen, die alle voordrachten tot onbewoonbaarverklaring naging? De Voorzitter dezen spreker beantwoordende merkt op, dat tegen het besluit van den Raad beroep mogelijk is op Ged. taten. De voordracht tot onbewoonbaarverklaring door Burgemeester en Wethouders geschiedt alleen op aanwijzing van deslcundidigen: d.i, het Bouw- Woning- en Welstandstoezicht te Breda en den Inspecteur der Volkshuisvesting. Het betreft hier geen autonomie maar zelf bestuur van de gemeente. Burgemeester en Wethouders moeten volgens de wet van de door den Inspecteur der Volkshuisvesting aangegeven gevallen een voordracht doen tot verbetering of onoewoonbaarverklaring. De Raa-d kan al of niet veroetering bevelen of onbewoonbaarverklaring uitspreken, maar wanneer binnen een in de wet bepaalden tijd aan het advies van den Inspecteur door den Raad geen gevolg is .ei even, nemen Ged. Staten de taak van den Raad over. De heer van Liht is bij Ged. Staten in beroep gekomen. Wanneer de deskundig<advieeur,j van Ged, Staten het oordeel van den heer van Steen onderschrijven, kan het niet anders, of ons besluit tot onbewoonbaar verklaring zal worden vernietigd, Ofschoon deze kwestie niet aan de orde was meende de Voorzitter goed te doen op de woorden van den heer van Steen toch in te gaan. Immers het onderhavige voorstel vaii Burgemeester en Wethouders is weer zulk een geval. De heer M.Konings is aangeschreven binnen een bepaalden tijd de noodzakelijke verbeteringen, die hem zijn voorgeschreven, aan te jrengen. Wanneer die verbeteringen binnen den voorgeschreven tijd niet op voldoende wijze zijn aangebracht, moet volgens de wet de Raad, of bij nalatigheid va.n deze, moeten Ged. Staten de onbewoonbaerverklaring uit spreken.. Burgemeester en Wethouders hebben met hun voorstel gewacht, totdat de Inspecteur hen op hunne verplichting heeft gewezen. Er moet (us nu onbewoonbaarverklaring volgen hetzij door den Raad hetzij door Ged.Staten. Conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt nu met algemeene stemmen de gevraagde onbewoonbaarverklaring uitgesproken

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1939 | | pagina 58