323. A U 1
Spreker heeft nog een/ ander bezwaar n.l. het stuifzand
in den zomer en dei/meüder in het natte jaar etij.
"Tanneer de omgespitte g/onden op het Moleneind indertijd
waren beplant gewolïden/ zooals het plan was, dan zou
deze toestand niet zijn opgetreden. Nu is de toestand
slechter dan vroeger. Zou het niet mogelijk zijn den
grond te vernoogen?
Wanneer er een nieuwe weg moet komen, hoe komt die dan
te liggen ten opzichte van beplanting en trottoir.
Wanneer hij niet ver oogd wordt blijft z.i. de
toestand altijd slecho.
De Voorzitter wijst er op, dat de zoo juist naar
voren -ebrachte cijfers zoo maar niet op het eerste
rezidht op hun juiste waarde kunnen worden getoetst
en verzoekt deggelijke uiteenzettingen voortaan te
voren aan Burgemeester en Wethouders ter inzage te
verstrekken, opdat dezen in staat zouden zijn een
ste beantwoording aan den Raad voor te leggen.
"Wethouder P.FESKEKS moet toegeven, dat de klacht
omtrent stuifzand en modder wel eenigszins gegrond is
pn dat de besproken afvoergoot inderdaad wel een
beetle smal is. Z.i. is het echter thans niet het
hPt ceschikte oogenblik om de voorgestelde werken
te vatten. Op de meeste plaatsen heeft de goot
i weinig beteekenis, omdat de weg zoo afloopend is,
zn wel 30 c.m. Voornamelijk dient deze goot voor
ïprstevtJing van den trottoirband; om redenen van
•n-raerheid. en hygiëne mogen hier geen diepe goten
worden gemaakt wijl het straatvuil dan daarin blijft
staah.^ ^en toestand van het trottoir is
Hp-e"over het algemeen niet zoo slecht, dat het
o-pheele trottoir dringend vernieuwing zou noodig
hebben Wanneer onze straatmakers geen ander werk hadden,
nu deze kwestie onder de oogen kunnen worden gezien.
Z° Daarenboven zijn er thans andere werken waarvan
HP urgentie veel grooter is o.a. de verbeteringen te
Tput °in de Bredasche Baan enz. enz.
up+ Moleneind heeft thans ruim zijn feeurt gehad;
5e andere gedeelten der gemeenten mogen ook wel eens
onder handen worden genomen.
De VOORZITTER wijst er op, dat wij hier van oudsher
vast personeel van straatmakers hebben en dan is
hat toch logisch, dat wij deze menschen aan dit
traatwerk zetten en door aanbesteding verplicht
ouden zijn ze voor andere bezogheden te gebruiken.
7e kunnen niet worden ontslagen zonder dat de gemeente
bun het wettelijk wachtgeld tot aan het tijdstip van
hun oensionneering betaalt. En dan zou de zaak heel
wat duurder uitkomen.
Wanneer waar is, tfat de heer Dekkers beweert,
dat de kosten veel te hoog zijn geweest, dan kan
daaruit geen andere conclusie worden getrokken,
dan dat de gemeente-arbeiders niet met dien ijver
hun aroeid hebben verricht, welke redelijkerwijze
van hen kan worden verwacht.
De heer FESKEKS zegt uit eigen ervaring te weten,
dat door de gemeente-arbeiders behoorlijk is gewerkt.
De heer Dekkers heeft vermoedelijk vergeten bij zijne
vergelijking rekening te houdeh met het feit, dat op