I 309 Fr.Nooren M.Vermunt M.Oekkers C.W.J.Luijkx Blanco Aangezien door niemand de volstrekte meerderheid vanwstem en is behaald moet tot een tweede vrije stemming worden overgegaan, waarvan de uitslag is dat ingeleverd worden 13 briefjes en het volgende aantal stemi, en wordt behaald. J.Roels 1 C.J.Pi0B C.W.J.Luijkx 3 M. Dekkers 1 Blanco 11 zoodat met volstrekte meerderheid van stemmen is benoemd tot wethouder der gemeente Etten en Leur voor het tijdvak September 1939/September 19^3 de heer C.J.Pijs te Etten. De Voorzitter vraagt of de gemzen wetnouders, de heeren P.Feskens en C.J.Pijs hunne benoeming aannemen, waarop door beiden bevestigend wordt geantwoord. Nu dan, zegt de Voorzitter, nu de nieuwe gemeente raad en het nieuwe College van Burgemeester en Wethouders op de wettglijke voorgeschreven wijze is "samengesteld en beeedigd, past het mij, alvorens met"de verdere agenda dezer vergadering een aan- vang te nemen, op de eerste plaats een woord van eeroiedige herdenking te wijaen^aan den dag van den vijfden Augustus 1939, geooortedag van Prinses Irene. Moge God deze jongste telg van het Oranje Huis dat gedurende zoovele eeuwen reedsxmhEixmEix wixïafltRxlanatx met het Nederlandsche Volk en het Nederlandsche grondgebied ten nauwste is verbonden en wier naam Irene, dat beteekent: "Vrede" in zoo mhrille tegenstelling staat met den huidi.,en tijd van oorlog en sombere verschrikking. Moc-e God, zeg ik, haar verleenen eetr voorspoedige opgroei fcn een tijd van ongestoorde vrede en kalme rust. Op de tweede plaats wil ik een hartelijke geluk- v/BBSch richten tot de zoo juist gekozen wethouders en de gekozen of herkozen raadsleden. U aanvaardt Uwe nieuwe taak wel onder zeer moeilijke omstandigheden, De tijden zijn zoo ge vaarlijk en zoo dreigend, dat niemand kan zeggen, wat ons morgen boven het hoofd hangt, niemand kan voorspellen hoe de toestand over drie maanden zijn zal. Hij vertrouwt dan ook, dat de nieuwe taak aanvaard zal worden met terzijde stelling van alle godsdienstige of politieke tegenstelling met terzijdestelling van alle kleine persoonlijke geschillen, die tusschen de leden mochten bestaan. Hij hóópt, op een samenwerking tusschen de leden onderling en tusschen den Raad, het College van Burgemeester en Wethouders met hem persoonlijk opdezelfae wijze als' tot nu toe altijd in den Raad en het College heeft bestaan. Critiek acht hi gewenscht maar dan echte opbouwende critiek, geen afbrekende. 1 9 s' ,.9f

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1939 | | pagina 42