- l
)°°A^
I 3
t LM
nav gnigoo ii9v ah aeget isBiaacf ïsbws ad law tab
a." ai sfjjilo o"t 'jibooqa oos #i rlaa sb. si iib mo
"«^44 f)BS1
/a>h ,o ai>
ï9i
TAD
ClSV
neb nav
is!
9J oo; i'j; v r 3
Cte< ..o os
-
nadoaatiu gnü w. Li v eb rro hols xafcxciM ab dioac
xaonardmB eL i i nao bv 3 - v - a.5
xvr a...;. i ir.xb.j r. v eii -,Ibj ia.,
impair\-v i'-erf aoa is, nsdiav ai aahrow asl brioo rev
,f
aa nsgneicf oi grilt oor j. af> qo atxalaa ebr voiles
.ia; ii i
ii a.; o o
199:. rfoci ia ao3 dooi) Jblafaa-, aabiow Ibs M^xla,;
ei Ia%aii xia nsa aaadi absaa nsvo-gnaa mafxov aJb
ai io9axö xsj^xe'icfraB aidou ad a roobrr-avt nemen
"V t
ïBsn cfrus aai' riBv eiiBlss iad n argoc'- v iöfls
Oi
obv 3niaa9l£>XagaB3i a biaadaghaog si
aV d£xw ij"9 ai nas(;K aisheo; i9f ao nav xi -wsaS (i
aa isiaaaraagiaS nsv gnxv(;iadoaasa eb na, at
.oC.
De Voorzitter geeft een duidelijke uiteenzetting
van dit geval en wijst er opdat alles gaat
volgens de bepalingen der Woningwet en het
laatste woord niet bij den Raad doch bij den
Inspecteur der Volkshuisvesting en Ged. Staten
berust. Hij wijst er ook op, dat het aangehaalde
finantieele bezwaar niet opgaat, wijl bijdrage
en voorschot kan verleend worden.
De heer FESKENS begrijpt heel goed, waarom
reclamant en andere dergelijke arme personen
aarzelen de voorgeschreven verbeteringen aan te
brengen en daarom zou hij in deze materie zoo
soepel mogelijk willen zijn, vooral ook met het
toekennen van bijdragen en voorschotten van de
kosten der verbeteringen, Hij heeft geconstateerd
dat het wel eens aan die soepelheid mangelt en
de bijdragen niet hoog genoeg zijn noch de
voorschotten, terwijl de eigenaar de rest kan
tei/mmm betalen. Doch al is bijdrage en voorschot
$oog genoeg, dan gebeurt het nog dat de jaar-
lijksche last aan rente en aflossing zoo hoog
wordt, dat de menschen ze ook niet kunnen betalen.
De Voorzitter repliceert, dat het bezwaar van
Gij zen van onvermogendheid wordt opgeheven door
de verschillende regelingen omtrent het ver-
leenen van bijdragen en voorschotten. De heeren
Gijzen zijn daarop attent gemaakt tegelijk bij
de aanschrijving doch hebben dparop in het geheel
niet gereageerd doch zijn alleen in beroep
gekomen. De Gebroeders Gij zen zouden eene
bijdrage kunnen krijgen van hoogstens f.MoO.
Een voorschot zal moeilijker zijn, omdat de woning
zwaar is belast.
De heer FESKENS: Daar heb je het al f.400 is
veel te weinig.
De VOQRZITTER: Aan de bestaande regelingen ldm
£an niets worden veranderd. Vierhonderd gulden
a fonds perdu als bijdrage in de kosten van de
voorgeschreven verbeteringen acht spreker echter
niet gering. De bijdrage mag nimmer meer dan 50$
der kosten bedragen.
Wat de soepelheid betreft heeft men niet te
klagen. Echter is het de plicht van Burgemeester
en Wethouders -van en wan den Raad de wet, in
casu de Woningwet .behoorlijk uit te^voeren. Dat
hebben alle raadsleden bij hunne bee'ediging
gezworen.Daarenboven, zouden Burgemeester en
Wethouders of de Raad daarin te kort sehStèten,
dan nemen de Inspectie der Volksgezondheid en
het College van Ged. Staten dezeAplicht over.
Burgemeester en Wethouders stellen derhalve
voor een besluit te nemen, waarbij verklaartl
wordt,dat de aanschrijving van Burgemeester en
Wethouders dd. 30 Mei/1 Juni 1939 feerecht heeft
plaats gehad en derhalve op het bezwaarschrift
afwijzend te beschikken.
Conform dit voorstel wordt met algemeene
stemmen besloten.
Machtiging van Gedeputeerde Staten van Noord
Brabant tot het doen van uitgaven op de
gemeente begrooting I939 tot 3fK van de bedragen
welke in 1938 zijn geraamd. Aangenomen voor
kennisgeving.
»9 >ffi;
t
7 -h 'X
t- t
t