aan Burgemeest en Wethouders te renvoyeeren nrder de opmerking, dat noch de Raad noch Burgemeester en Wethouders de gevraagde vrijstellirg kunnen verleenen, doch Burgemeester en Wethouders wel" kunnen onderzoeken of er termen zijn om de kosten voor rekening der gemeente te nemen en zoo ja, of de post op de begrooting nog voldoende a q or/i die betaling daaruit te doen# De heer B.VISSERS zegt dat het volkomen ■luist 3 s5 dat de Voorzitter daareven heeft gezegd, dat n.l. noch de Raad, noch Burgemeester en Wethouders bevoegd zijn vrijstelling van aan fluiting aan de waterleiding oe verleenen» Immers in de akte van overeenkomst, waarbij het Rijk aan de gemeenten de benoodigde gelden heeft Verstrekt, is uitdrukkelijk een «ei clausule opgenomen, waarbij de gemeende de ver dichting op zich neemt in de bouwverordening een pansluitingsplicht aan het waterleidingnet op te remen. Nu zijn er op grond van deze bepaling telriike processen verbaal opgemaakt, dochd daarbij is geen medewerking ondervonden van den Kantonrechter, die niet of slechts tot zeer ceringe boete veroordeelt, wanneer hem blijnt, dat de overtreders moeilijk de tarieven kunnen betalen. Spreker juicht deze zienswijze van den Kantonrechter eenerzijds zeer toe, maar ander zijds is het gevolg daarvan, dat men xnxe den verkeerden kant dreigt uit te gaan.Afcndere behoorlijke middelen tot watervoorziening dan de waterleiding zijn er in deze gemeente niet.Gevolg is dat men water gebruikt uit de haven en uit slóoten, met de grootste risico voor benadeeling der volksgezondheid en het verspreiden van -typhus en andere ziekten. Men moet de hoegrootheid v^n dit gevaar niet onderschatten, want het aantal gebruikers van dat slechte water wordthoe langer hoe groo«ter.Men betaalt liever de kleine boeten van den Kantonrechter dan de hooge waterleiding- tarieven. Kunnen Burgemeester en Wethouders nu niet een -eind weg vinden om aan dit euvel een einde te maken, zonder de arme steuntrekkers en werkloozen daarmee te dupeeren? De heer GOVAERS wil er even op wijzen, dat eenzelfde pleidooi als thans door den heer Vissers werd gehoüden, door hem reeds is uitge-_ sproken bij de behandeling der gemeente begrooting voor het dienstjaar 1937. Het ging toen om dentm post van f.35.- voor betaling der waterleiding- kosten, welke in 1936 van hoogerhand^tot dat^ bedrag werd verlaagd-e en op zijn advies in 1937 wederom op f.100 is gebraRht» Spreker is er van overtuigd, dat tal van werk loozen de waterleidingtarieven niet kunnen betalen. Er is slechts een weg om daarin tegemoet te komen en dat is, dat de gemeente die kosten voor hare rekening neemt. De Voorzitter moet in zijn hart beide voor gaande sprekers gelijk geven. Er gaat haast geen week voorbij of Burgemeester en Wethouders ont vangen een verzoek om ontheffing. Burgemeester en Wethouders gaan dan concentieus na, of de ver zoeker al dan niet kan betalen. Kah- bij niet betalen, dan wordt onderzocht of de P°f* n toereikend is. Is dat niet het geval, dan moeten

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1937 | | pagina 6