162 (tz> 6e Besluit van Ged. Staten van Hoord.Brabant *dc "l2 Mei 1937 houdende goedkeuring van het raadsbesluit dd. 25 Maart 1937 tot het aangaan eener geldleening groot f .229.630.h-o. "in verband met het verzoek van de%& geld- o-eefster wordt alsnog een besluit genomen waarbij de N.V.Rotterdamsche Verzekerings sociëteiten te Rotterdam als geldschiejrsèEr wordt genoemd en op uitnoodiging van Ged. Staten een besluit tot het toekennen van ■nrovisiie aan den tusschenpersoon. Dit laatste staat wel in de memorie van toelichting maar behoort volgens het Ooilege van Ged. Staten in het besluit te staan en door hen te worden goedgekeurd. 7e Eerste nota van aanmerkingen bij Gedeputeerde "staten gevallen op de gemeente-begrooting en de electriciteits begrooting 1937» met concept ehtwoord van Burgemeester en Wethouders. De heer VISSERS kan zich over het algemeen wel met het antwoord van Burgemeester en Wethouders vereenigen, echter niet wat betreft de*-oost: brandweermateriaal. De raad dezer emeente,zegt spreker is altijd uitermate zuinig geweest ook ten aanzien van de hand- bluschmiddelen. Het gevolg daarvan is, dat thans aan alles een tekort is en dat het brandweer-materiaal voor een groot gedeelte in bedroevenden toestand verkeert. Dat was voor de Oommissie voor de Finantiën de reden om den uitgetrokken post van f.250.- te verhoogen tot f.400. Dat bedrag is niet overdreven, integendeel, uiterst noodzakelijk om de allervoornaamste en aller eerste behoeften te dekken. Spreker is er van overtuigd dat het Ooilege van Gedeputeerde Staten nietwaet, hoe het met onze brandweer gesteld isf/icrCLde het niet een voorstel tot verlaging zijn gekomen. Daar allei leden het met den heer Vissers eens zijn wordt besloten den post vam f.Moo.- te handhaven en""dat, onder mededeeling der motjeven aan Ged. Staten te berichten. Eveneens wordt op voorstel van den heer Govaers besloten het subsidie van het Burgerlijk Armbestuur en den post voor onvoorziene uitgaven op de begrooting van het Burgerlijk Armbestuur NIET met f.100 te verlagen, omdat de bedetling door het Armbestuur al dermate op bekrompen en krappe wijze plaats heeft, dat daar niets meer af kan. Behoudens deze wijigingen wordt ]$et concept antwoord van Burgemeester en Wethouders goedgekeurd, de begrooting 1937 van de gemeente en van het G.E.B. dienovereenkomstig gewijzigd en besloten aldus aan Ged. Staten te berichten. 8e. Voorstel van Burgemeester en ?fethouders om voor den Directeur van het G.E.B. de volgende nieuwe slaris regeling vast te stellen:

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1937 | | pagina 20