157
Het voorst^l!"Vein Burgemeester en Wethouders
omtrent al dan niet aansluiten bij het
borr"stellingsfonds van den Middenstand te
Breda, het arbeidersborgstellingsfonds
en he-fc verleenen van een. subsidie aan het;
Comité voor Bijzondere Nooden. Dit voorstel
P-aat volkomen accoord met de conolutsies 9
van de gecombineerde vergadering van de
chisi§ comité s Etten en Leur en het
comité voor bijzondere N0oden en komt hierop
neer, dat voorgesteld wordt HlET aan te
sluiten aan het borgstellingsfonds voor den
Middenstand te Breda noch aan eenig arbeiders
borgétellingsfonds. doch wel een subsidie
te verleenen van een cent per inwoner aan
het comité voor Bijzondere Nooden in deze
gemeente.
De Voorzitter licht dit laatste vqorstel
nog nader toe en zegt/dat dit comité zich
speciaal ten doel stelt de z.g. stille
armen met een gift ineens van den ondergang
te redden.
De heer ROELS zegt zich wel te kunnen ver
eenigen met de beide eerste voorstellen,
doch wat betreft het derde voorstel zou hij
in overweging willen geven het subsidie,
van een cenè per inwoner, dat hem uitermate
gering voorkomt, te willen verhoogen en te
brengen op vijf cent per inwoner. Met deze
verhooging ligt bij hem debedoeling voor
om ook andere klassen van menschen te
helpen.
De Voorzitter wil beginnen met de laatste
opmerking van den heer Roels het eerst te
beantwoorden. Immers wat de heer Roels
daar wenscht is absoluut verboden. In de
Ministerieele circulaire worden uitdrukke
lijk genoemd de personen die - en de
gevallen waarin hulp mag worden verleend.
Wat nu de door den heer Roels voorge
stelde verhooging betreft, deze vindt hij
nogAuan den rovalen kant, Men moe% niet
vergeten, dat jfret Nationaal Vomite een
gelijk bedrag kan bijdragen als de gemeente
en dat de instellingen van weldadigheid oak
hier een helpende hand zullen moeten uit
steken.
De heer ROELS vreest, dat van deze
laatste categorie niet veel hulp is te
verwachten, daar hun kassen reeds sinds
langen tijd hun bodem laten zien,
Be Voorzitter: Maar het Comité verlmcht
toch hunne uitgaven, daar de bewuste per
sonen geheel op die instellingen zouden
zijn aangewezen zonder de hulp van het
Comité.
De heer GOVAERS metkt op,dat de
Commissie eenparig van oordeel was, dat
voor giften van dit comité alleen in aan
merking komen personen, die normaal hun
brood kunnen verdienen doch door ziekten,
tegenslag enz, oogenblikkelijk in hulp
behoevenden toestand zijn geraakt, waaruit
zij blijvend door een gift kunnen worden
opgeheven.