öj
Mocht er bij de Orai^e comités na afloop van de
feestelijkheden een bedrag aan geld over zijn,
dan moet dit weer teruggestort worden in de
p-emeentekas, om later weer voor andere doeleinden
beschikbaar te worden gesteld. Ook hij nis van
oordeel,dat het door Burgemeester en Wethouders
voorgestelde bedrag nogal aan den hoogen kant is.
Hij wil volstaan met f.0.25 per leerling en dus
laten vervallen de een cent per inwoner. Van -fcer
zijde heeft hij vernomen, dat de Oranje comité s
zelf het voorstel van Burgemeester en Wethouders
nogal royaal vinden en zulk een groot subsidie
niet verwacht hadden.
De heer GOVAERS repliceert, dat het absQluut
niet in de bedoeling van het Oranje comité
te Etten ligt van het toe te kennen subsidieeenig
bedrag terug te houden. Wel is dat de bedoeling
van de gehouden collecte n.l. om daarvan in
April e.k. een kinderfeest te houden, Het subsidie
van de gemeente wordt uitsluitend besteed voor
tractatie der kinderen op 7 Januari a.s.
De heer M.VERMUNT beschouwt die tweede feest
viering als een uitstel. De kinderen hebben ver
wachting van een bepaalden dag, den feestdag van
7 Januari. Spreker meent dat op dien dag het
p-eheele feest moet afgewerkt worden.
De VOORZITTER meent dat het voorstel van den
heer Vissers zooweel voor als tegen heeft. Er is
feestviering, niet alleen voor de jongeren. Ook
de grooten moeten daarvan kunnen profiteeren. En
daarom geeft hij den heer Vissers in overweging z
zijn voorstel -indien mogelijk- terug te trekken.
Het is de bedoeling van Burgemeester en Wet-
houderSjdat de beschikbaar gestelde gelden uit
sluitend bestemd worden voor het beoogde feest-
vieringsdoel. De regeling,van het feest kunnen
wij het best aan de comité s overlaten. Wel zal
natuurlijk rekening en re rantwoording worden
gevraagd.
Wat het later stellen van het feest betreft,
daaromtrent is de Voorzitter het eens met de
heeren Vissers en Vermunt. Dat wi^ echter niet
zeggen, dat het geheele feest op een dag moet
worden afgewerkt. Dat is nu eenmaal onmogelijk.
Echter moet er geen al te groote tijdsruimte
tusschen liggen. Het is trouwens den wensoh
van Hare Koninklijke,H0ogheid dat het feest
zooveel mogaelijk op een dag worde gevierd.
•De heer VISSERS wenscht nog een enkele op
merking te maken over de bijdrage per inwoner. De
Voorzitter zegt nu wel dat de grooten ook feest
moeten vieren, en dat zou spreker ook wel gaarne
wenschen, doch de uitkeering van een cent per
inwoner is «Irel voldoende voor een feestviering
van het Oranje comité zelve, doch beteekent niets
voor de geheele bevolking. Hij begrijpt dan ook
niet waarvan de grooteren zullen moeten feest
vieren.
De Voorzitter wijst er op, dat men ook op
onmaterieele, dus kostelooze wijze kan feestvieren
n.l. door opwekking van een feestelijke volks
stemming enz. In Breda, waar geld in overvloed
schijnt te zitten, kan men zich de weelde van een
diner voor 800 personen permiiteeren.