f
salarisverhooging omdat toch een wettig bestaande
verordening dat uitdrukkelijk voorschrijft.
Wat de bezwaren van den heer Govaers betreft
wil hij nog opmerken, dat ook de werkzaamheden
van den secretaris penningmeester van het Burgerlijk
Arabestuur in de laatste jaren aanzienlijk zijn
toekenomen.De opmerking omtrent cumulaties is,
meent spreker, hier geheel buiten de orde en
heeft met de onderwerpelijke zaa niets te maken.
De door de commissie voorgestelde slarisver-
hooging berust op rechtvaardigheidsgronden en de
bedeeling van de armen heeft, zooals de Voorzitter
reeds duidelijk heeft uiteengezet, niet den
minst nadeeligen invloed van dese salarisverhooging
te duchten. In de commissie is duidelijk door
Burgemeester en Wethouders gezegd, dat, wanneer
het Burgerlijk Armbestuur meer geld noodig heeft,
voor de~bedeeling, het gemeentebestuur ten allen
tijde bereid is aan den Raad voor te stellen,
dit meerdere bedrag te voteeren en nimmer is aan
het Burgerlijk Armbestuur door den Raad, zoo zoover
hem bekend, eene bijdrage geweigerd.
De heer GOVAERS verkrijgt ten derde male over
dit onderwerp het woord.
Men kan, zegt spreker, het voorstel inkleeden,
zooals men wil, feit blijft het, dat de Raad voor
deze ambtenaren heeft gedaan, wat hij doen kon.
We hebben daarin gefaald. Zooals gezegd, hij ken
billijken het voorstel om desnoods 2 extra ver
hoogingen toe te kennen aan de commieze, maar Kiat r®
het tweede gedeelte van het voorstel, de ver
hooging van het salaris van den secretaris-oenning-
meester van het Burgerlijk Armbestuur k&n hij niet
accoord gaan. Wanneer het hier een ambtenaar met
een gering salaris betrof, zou hij misschien toe
geven. Maar hier, waar het iiemand betreft met een
der hoogste salarissen, kan spreker dat niet.
De VOORZITTER merkt nog op, dat de gemeenteraad
het uitsluitend recht heeft tot vaststelling van
hetftsalaris van den secretaris penningmeester van
het Burgerlijk Armbestuur.
Hierna komt in stemming het voorstel Govaers
dat gesteund wordt door de heeren de Kok en
Jongenelis om het salaris van den secretaris
penningmeester van het Burgerlijk Armbestuur NIET
te verhoogen.
Dit voorstel wordt verworpen met 3 stemmen voor en
9 tegen. Voor stemden éLlleen de heeren Govaers, de
Kok en Jongenelis, alle anderertegen.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders en van
de commissie voor de Finantien zooals neergelegd
in een concept raadsbesluit wordt daarna met
algemeene stemmen aangenomen.
Het voorstel tot verhooging van het salaris van
den secretaris penningmeester van het Burgerlijk
Armbestuur per 1 December 1936 met f.225 wordt
aangenomen met 9 tegen 3 stemmen.
Tegen stemden de heeren Govaers, de Kok en
Jongenelis.