OP de allereerste plaats de bewering dat
de diepte van de crisis nog niet zijn laagste
punt zou hebben bereikt. Met de Commissie voor
de Finantien is spreker van oordeel, dat
verschillende verschijnselen inderdaad wijzen
op een constante, zij het dan nog slechts
zeer lichte verbetering in den economischen
toestand van ons vaderland. Daar is vooreerst
zij het dan nog zoo geringe,verbetering der
opbrengsten van de Staatsmiddelen. Daar is
de vermindering van de werkloosheid van het
textiel bedrijf te Tilburg met 52.3terwijl
ook de algeheele werkloosheid in die gemeente
-De u idend is afgenomen.
Verder heeft de heer Govaers een beroep
ge aan op het goede hart en de medelijdenheid
van Burgemeester en Wethouders. Hij doet dat
niet tevergeefs. Wanneer zij dat mogen, doen
zij dat graag. Doch het is al verschillende
malen gebeurd, dat, wanneer Burgemeester en
Wethouders hun goede hart hadden laten spreken,
zij later in botsing kwamen met het bekende
blauwe boekje. Even wil hij er nog aan
herinneren hoe verleden jaar Burgemeester en
Wethouders bijna voor f.2Uoo persoonlijk aan
sprakelijk werden gesteld wegens werkverschaf
fing suit ga ven, blijkbaar buiten het blauwe
boekje. Verder ontvingen wij voor eenige
dagen nog een controleur voor de goedkoope
boterbeweging. Geen boter voor de ondersteunden
van eenig armbestuur,tenzij de ste^g, minstens
2/3 van hun inkomen bedraagt. Met een streep
sluit die inspecteur het bezit van goedkoope
boter uit voor ongeveer 50 menschen, aan wie
bet goede hart van Burgemeester en Wethouders
zoo gaarne de goedkoope boter hadden gegund
en gemeend had ook te mogen gunnen.
Het zal spreker nu wel duidelijk zijn, hoe
thans Burgemeester en Wethouders, ondanks hun
bekend goede hart, buitengewoon voorzichtig
zijn, dat goede hart te laten spreken, wanneer
het blauwe boekje dat niet toelaat.
Dan de ministkneele circulaire van December
1935. Hierdoor werd een nieuwe taak op de
schouders van Burgemeester en Wethouders
gelegd, een taak, voor welks uitvoering in de
gemeente een orgaan bestaat, dat bij uitstek
daartoe bevoegd en geoutilleerd is, het
Burgerlijk Armbestuur. Het is dan ook om die
reden, om een GOEDE en rechtvaardige uit
voering dier circjUaire te bevorderen, dat
Burgemeester en Wethouders die taak aan dat
Bestuur heboen opgedragen. Nochthans hebben
Burgemeester en Wethouders nqjnmer geschroomd
een door het Burgerlijk Armbestuur toegekend
steunbedrag te verhoogen, wanneer hün dat te
laag voorkwam.
Ten slotte de belangstelling van de
Regeering.
Spreker meent, dat de hoeveelheid land,
wllke een arbeider mag hebben^ afhangt van de
klasse waaronder de gemeente is ingedeeld.
Na de mededeeling van den heer Govaers,
zal spreker zeer zeker deze zaak onderzoeken
en zoo noodig, stappen doen, tot het brengen
van verbetering in dien toestand.