.Voorstel van Eurgemeester en Wethouders tot het vaststellen der gemeente begrooting voor het jaar 1937 met rapport van de Oommissie voor de Finantien. De Voorzitter deelt mede dat deze begrooting den Raad werd aangeboden in zijne vergadering van 25 September 193&* Bij bekendmaking van 26 September 193& werd deze begrooting gedurende 14 achtereen volgende dagen voor eenieder ter secretarie ter inzage neergelegd en tegen betaling der kosten verkrijgbaar gesteld, een en ander ter voldoening aan het bepaalde in artikel 237 lid- 2 en J der gemeentewet. Thans wordt gelegenheid gegeven tot het houden van algemeene beschouwingen. De heer W.GOVAERS wil dankbaar gebruik maken van de hem geschonken gelegenheid om enkele algemeene beschouwingen naar voren te brengen. Het bestudeeren der begrooting heeft een inzicht geggven V#*- den toestand, den soberen toestand, der gemeente finantien, ofschoon hij niet ontevreden kan zijn, wijl deze gemeente nog niet behoort tot de steeds in aantal toenemende groep van die gemeenten, welke men met denminder aangenaam aandoende* naam van "noodlijdende" pleegt te bestempelen. Of dat in 1938 n°g het geval zal zijn waagt spreker te bebwijfelen, wijl hij niet^deelt de meening der commissie voor de fina: tien, dat ook in ons land het diepte punt der crisis is bereikt en bereids overschreden. Hij zal dat echter gaarne met de Commissie hopen. Over het algemeen kan hij zich met het beleid, zooals dat uit de aangeboden begrooting spreekt, wel vereenigen, doch enkele punten wil hij nog wel gaarne aanroeren. Ie. De steun en de werkverschaffing. Het ligt niet het minst in zi$n" bedoeling bij deze bespreking te trachten wijziging te brengen in de begrootingscijfers. Immers hij weet te goed, dat de Raad daarop niet al te veel zeggenschap heegt en dat alle ramingen moeten plaats hebben volgens van bovenaf gegeten regels. Ofschoon hij over het algemeen niet onte vreden is over den gang van zaken in de steun en werkverschaffingsregeling, toch meent hij tegen verschillende z.i. verkeerde zaken ten deze te moeten opkomen. Tengevolge der deflatie heeft onze Hollandsche gulden niet meer de koopkracht van voor enkele weken. Feit is dat verschillende eerste levens middelen reeds in prijs zijn gestegen en nog steeds in prijs stijgende zijn en hij zou dan ook met klem een dringend beroep willen doen op het College van Burgemeester en Wethouders, dat uiteindelijk met de beslissing over steun en werkverschaffing is belast, om toch soepel te zijn tegenover de werkloozen. De toestand is, spreker betoogt dat met nadruk, bij de werk loozen veel erger, dan verschillende raadsleden wel meenen. Cok in het vrije bedrijf zijn de

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1936 | | pagina 52