Post Onvoorzien verlaagd- Hijwieltoelage. Gem.opzichter f ♦20,- Salarissen Hoofdcommies en commies verlaging van- volledige rijksregeling in te voeren ingaande 1 Jan,1936 wordt vervolgens met algemeene stemmen aangenomen. Volgnummer 385# De post onvoorziene uitgaven kan ten hoogste worden gestekd op van het totaal der gewone uitgaven. De VOORZITTER deelt mede, dat Burgemeester en Wethouders voorstellen den post onvoorzien dien overeenkomstig te verlagen. De Raad kan zich hiermede met algemeene alsmede om onder volgnummer l4fi de rijwielvergoeding voor den gemeente opzichter te verlagen van f,27,50 op f.20. SALARISSEN EN LOONEN. De Voorzitter zegt, dat bij brief van de Ged. Staten van Noord Brabant dd. 1 Juli 1936 G 155, Burgemeester en Wethouders worden medegedeeld, dat ten aanzien van de in de begrooting 1936 opgenomen salarissen en loonen door de Regeering den eisch is gesteld, dat alle jaarwedden en loonen wederom verlaagd dienen te worden tot het bedrag, hetwelk medio 1935 gold. Hiermede worden bedoeld de salarisverhooging van C.P,Noo|jens en M.C.A.Kuijlaars, resp. HoofdcQmmies en commies.ter secretarie. Het wil Burgemeester en Wethouders voorkomen dat Zijne Excellentie, de Minister van Binnen- landsche Zaken bij het stellen van dezen eisch zich niet op een zuiver standpunt heeft geplaatst. Immers deze verhooging was geen z.g. gelegenheids verhooging afhankelijk van toevallige of tijde lijke omstandigheden, maar een verhooging, die het uitvloeisel was van een wettelijke regeling, daar zij berust op artikel 3 v&n de raadsverorde- ning van 4 November 1919» regelende de salarissen van het gemeente personeel, waarbij voor deze beide ambtenaren het systeem werd ingevoerd. Deze ambtenaren zijn bij de geringe bezetting van de secretarie reeds resp. 22 en ruim 18 jaren met lofwaardigen ijver en groote plichtsbetrachting werkzaam en hebben reeds gedurende een TIENTAL jaren de vermeerdering van zielental en daarmede gepaard gaande salarisverhooging voor oogep gehad. De VOORZITTER memo&teert voorts, dat alleen op de salarissen van deze ambtenaren, juist met het oog op deze yerhooging, met ingang van 1 Januari 193& 2werd gekort en dat niettegen staande hun maximum salaris ook zonder deze korting reeds beneden de rijksnormen bleef. Bovendien heeft de Regeering middels door haar genomen beslissingen reeds meerdere malen duidelijk doen uitkomen dat de salariss§9 en wedden van het gemeente personeel ook naar haar oordeel aan den zeer lagen kant zijn. Zoo werd in 1932, toen volgens de kortingswet (18 Maart 1932 S 1Ó4) 3moest worden gekort van alle salarissen van het gemeente personeel, deze gemeente daarvan vrijgesteld omdat "volgens de overgelegde berekening voor deze gemeente geen reden tor deze verlaging bestond".

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1936 | | pagina 34