92 u
wenscben te voldoen, terwijl de gemeente
Rijsbergen, Zundert daarop afwijzend beschikt
hebben»
Burgemeester en Wethouders hadden gemeend
Uwen Raad te moeten adviseeren goedgunstig op
het verzoek te moeten beslissen, daar het hier
§aat om de belangen van het slachthuis te
reda.
De heer R.VERMUNT verklaart zich tegen inwilli
ging van het verzoek, op gronden die hij in de
vorige vergadering daaromtrent heeft naar boren
gebracht, maar in het bijzonder ook, wijk hij
geen voorstander is om de Bredasche veemarkt
te steunen, wat geschiedt indien het Bredasche
slachthuis gesteund wordt, welke instellingen
óp slot van rekening een geheel vormen.
De heer C.HENDRIKX sluit zich hierbij aan.
De heer W.GOVAERS zegt, zich na de vorige
vergadering een oordeel gevormd te hebben, in
zake dit verzoek van de gemeente Breda en
komt dan tot de conclusie, dat de tarieven
van het slachthuis te Breda te hoog moeten zijn,
wat natuurlijk als gevolg heeft, dat de Bredasche
slagers in de buitengemeenten gaan slachten,
alwaar het veel goedkooper is. Indien Breda
deze slagers aan het slachthuis wil houden,
heeft het dit in zijn hand door de slacht-
tarieven te verlagen. Spreker verklaart zich
tegen inwilliging van het verzoek.
De heer Ant.JONGEBELIS is het opgevallen,
dat de laatste 14- dagen doofy Bredasche slagers
te Leur niet meer geslacht is, en vraagt of
mogelijk de gemeente Breda met de Bredasche
slagers tot overeenkomst is gekomen.
De VOORZITTER zegt dat hem hiervan niets
bekend is, Spreker verklaart zich thans met het
betoog van den heer Govaers te kunnen vereeni
gen; is het met deze eens dat de gemeente Breda
door verlaging van zijne slachttarieven, het
slachten door Bredasche slagers in de kring-
gemeenten kan verhinderen.
De heer R,VERMUNT stelt thans voor, afwijzend
op de verzoeken van de gemeente Breda te be
schikken, zoowel wat betreft verzoek sub a als
sub b hierboven vermeld.
Dit voorstel wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
^■£®m.Pol.Verordening ^-e,Rapport van Burgemeester en Wethouders omtrent
VpJ gin£ het voorstel van het raadslid J.C.Roels tot
20ek J.C.Roels— wijziging van artikel 132a der algemeene
politieverordening.
De Voorzitter zegt, dat uit het overgelegde
rapport wel gebleken zal zijn, dat de bedoeling
is van de beoogde bepaling van art.132a om
te kunnen optreden tegen z.g. liedjeszangers,
die hun beroep in herbergen e.d. uitoefenen en
verder, tegen herrieschoppers in herbergen,
zoolang dit nog niet heeft het karakter van
ordeverstorting. Geenzins is hiermede bedoeld
ordelijke zang, die niet het karakter heeft van
een zanguitvoering, tegen zoodanige zang is
door de politie dezer gemeente nimmer opgetreden.