te 79^ Deze zegde een onderzoek in loco toe en heeft woord gehouden. Echter meenden Burgemeester en Wethouders na dit onderzoek, dat een deugde- lijkenen algeheele reparatie aan de gemeente zooveel geld zal kosten, dat minstens 4- jaar huuropbrengst daarvoor noodig was. Burgemeester en Wethouders meenden daaarom dat het beter was de woning voor onbewoonbaar te verklaren en niet meer te verhuren. Eeenigen tijd later werd echter de idee geopperd, dat Prins, de tegenwoordige huurder, het huis zou kunnen koopen o.a. op voorwaarde, dat hij pb daarna op zijne kosten zou zou verbeteren, dat voor eenig gevaar van_bouw valligheid niet meer was te vreezen. Deze verbeteringen zijn gisteren aan Prins opge geven» en luiden als volgt: ZIE BESLUITENBOEK NO.12 (van 1936) De kosten dezer verbeteringen worden geschat op f.350.- doch als Prins zelf meewerkt en zelf het hout levert, kunnen zij misschien worden teruggebracht tot de helft. De gevraagde prijs van f.800.- is niet te laag, integendeel, Wanneer de gemeente het verhuurt, blijft het een finantieele strop voor de gemeente. Wat de overblijvende grond betreft deze zal hij onnieuw moeten pachten van Burge meester en Wethouders en den Raad. Immers het loopende contract moest bij sluiting van den koop stilzwijgend geacht worden te zijn verbroken. Aanneming van het voorstel van Burge meester en Wethouders acht hij in het beling der gemeenschap. De heer JONGENELIS is tot de conclusie gekomen, dat dit terrein aan de Geer een zeer geschikt industrie terrein is, waarvan de gemeente zich nummer mag ontdoen. Wel is hij er voor het huis zoo goed mogelijk te laten repareeren. De VOORZIT ER: Dus derVissers is voor verkoop, de heer Jömgenelis niet? Ook de meening der andere leden is blijkbaar zeer verdeeld. Hij acht het daarom gewenscht enkele punten recht te zetten. De gevraagde koopsom is niet te hoog of niet te laag. Zij is het resultaat van een schatting door den gemeente opzichter, den heer Defers en hem zelf verricht. Bij deze schatting zijn in aanmerking genomen de zeer bezwarende voorwaarden, die aan den kooper nooens het herstel worden gesteld. Dat bij verkoop de waarde van den overnlijvenden grond zou ver minderen, kan spreker niet inzien. Immers het blijft een vrij terrein, waarvan en waartoe de toegang voor ieder open staat en dat ieder kan huren. Daarenboven zal een evtneueel te vestigen industrie aldaar geen last hebben van het kleine hoekje grond dat thans verkocht wórdt.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1936 | | pagina 17