76 E6 (338 x f.2*2/7 De heer B.-VISSERS zegt ten volle te syrapathiseeren met het voorstel van Burgemeester en Wethouders en dankt het college voor het genomen initiatief. Echter heeft hij gezien, dat de Minister er prijs op stelt, dat de verschillende organisaties in de r egeling van het cordite worden opgenomen. Tot nu toe is in het comité niet vertegwnoordigd zijn vakeemècale de z.g.Moderne Bond. Dit acht hij niet billijk en hij vraagt daarom aan Burgemeester en Wethouders of er geenweg gevonden zou kunnen worden om die vakcentrale alsnog een plaats in het comité te verleenen, teneinde bij de toekenning der onder steuningen controle en medezeggingschap te kunnen uitoefenen. I vermindering der bijdrage. De VOORZITTER meent te moeten opmerken, dat de gemeente geen liefdadigheidinstelling is; dat het zeer gemakkelijk is zijn persoonlijke lasten op de gemeenschap af te schiven, maar het is de vraag, of dat billijk is. Hij vraag*# zich af, of de onderhoudskosten thuis ook geen f.3.- zullen bedragen. De heer R.VERMUNT zou het met Burgemeester en Wethouders eens zijn, indien de grond goed was. Dan kon hij daarop 2 koeien houden en was het bedrijf meeRendabel. Thans geeft hij er op toe. Ook de heer JONGENELIS is van meening, dat Burgemeester en Wethouders gelijk zouden hebben, indien op het ooerderijtje minstens f.3»~ Per week werd verdiend. De heer R.VERMUNT: Hij verlhest er op. Eindreseultaat dezer discussie is, dat het voorstel ©M DE BIJDRAGE TOT f.2.- te VERLAGEN, welk voorstel door Burgemeester en Wethouders is overge nomen, met algemeene stemmen wordt aangenomen. steun 3e.Voorstel van Burgemeester en Wethouders om, naar 1^l9.o0- aanleiding van de circulaire van den Minister van Sociale Zaken dd. 29 Jan.193^ No.200-1395 en de circulaire va,n Ged. Staten van Noord Brabant dd. 25 Maart 1936 G N 162 afd.III een bedrag voor B. steun uit te trekken, groot f.lhl9.6o en voor Rijksbijdrage daarin van een bedrag ad Orv De VOORZITTER ant^Qordt, dat de wijze van samen stelling der comités tn de ministrieele circulaire precies is omschreven. Hij meent, dat er niet het minst§ bezwaar tegen is om alsnog een lid in het comité op te nemen,,Hij hoopt, dat de heeren van het bestaande comité, die thans in functie zijn, ook de uitvoering van den nieuwen B steun op zich zullen nemen, en hij zal dan ook met het verzoek van den heer B.Vissers rekening houden. De heer GOVAERS sluit zich volgaarne aan bij de woorden van sympathie, welke de heer Vissers ten aanzien van het voorstel van Burgemeester en Wet houders heeft geuit. Ook hij meent, dat voor inwilliging van het verzoek van den h§er Vissers nopens de samenstellin van het comité veel valt te zeggep. Echter wil hij opmerken, dat het crisis- comite met ingang van 1 Mei a. s. ophoudt te bestaan en dat dit comité bereids de vraag onder de oogen heelt gezien, of het zich nog verder met den B steun zal willen belasten. Ofschoon spreker altijd het tegendeel heeft beweerd, was het comité van oordeel

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1936 | | pagina 14