- 8 -
De heer Van der Ploeg zegt dat de wegversmalling vooraan de Steenbergseweg niet
helemaal beantwoordt aan het doel.
Met een heel klein beetje moeite kan men er nog met een flinke vaart doorheen rijden.
Spreker vraagt of er nog mogelijkheden zijn om dit aan te passen.
De heer Van den Berge zegt dat een en ander conform de wens van de raad is uitgevoerd.
Het is precies conform de tekening uitgevoerd en die lagen ter inzage.
Er is geen sprake van een versmalling. Het functioneert alleen als kom-aanduiding en dat
men dus het idee krijgt dat men de bebouwde kom binnenrijdt. Daarna komen de versmallin
gen.
De heer Van der Ploeg zegt dat het veel duidelijker geweest was als daar een verkeersrem-
mende maatregel was aangelegd.
De heer Van Zundert zegt dat er nog een bouwplan bij "Molenkreek II" ligt.
Spreker vraagt naar de status van het plan en de wijze van uitgifte van bouwgrond die in het
nieuwe jaar zal plaatsvinden.
De heer Ziilmans zegt dat de wijze van uitgifte van bouwgrond in de commissie III is
vastgesteld en de nieuwe gemeente is gewoon rechtsopvolger.
Dat geldt ook voor plannen in de gemeenten Steenbergen en Nieuw-Vossemeer.
De nieuwe gemeente heeft de taak om die gewoon uit te voeren.
Een en ander geldt ook voor het bestemmingsplan Bedrijfsterrein Molenkreek.
Spreker zegt verder te hopen dat eind januari een definitieve goedkeuring van Gedeputeerde
Staten binnen is en vervolgens kan men vrij snel aan de slag want alles, zoals bestek en
dergelijke, ligt klaar. Daarna is het een kwestie van offertes aanvragen.
Dat is de positieve lijn die er momenteel in zit maar in principe kunnen er nog bezwaren bij
Gedeputeerde Staten ingediend worden.
Die kans bestaat en dan worden die plannen zes tot zeven maanden opgeschoven maar in
eerste instantie wordt daar niet van uitgegaan, aldus spreker.
23. AFSCHEID
De voorzitter zegt het volgende.
Dames en heren, "Dat was dan dat" zo luidt de titel van een boekje dat burgemeester
Thomas van Rotterdam schreef ter gelegenheid van zijn afscheid van de Maasstad in 1974.
Aan deze woorden moest ik denken nu er bijna een einde is gekomen aan de zelfstandig
heid van Dinteloord en Prinsenland als gemeente.
"Dat was dan dat".
Niemand van ons heeft dit gewild. Bestuurders niet, ambtenaren niet en bevolking niet. En
toch gebeurt het!
In 1950 telde Nederland nog meer dan 1.000 gemeenten. In januari a.s. zijn het er nog 572.
En nog steeds wordt er samengevoegd want van echt herindelen is nauwelijks sprake.
Vroeger hanteerde de rijksoverheid als argumenten meer bestuurskracht en meer financiële
armslag voor de nieuw te vormen gemeente.
Inmiddels is men er wel achter gekomen dat dat niet waar is.
Nu is men eerder geneigd om te zeggen dat het huidige takenpakket te zwaar is voor kleine
gemeenten, denk bijvoorbeeld aan de wetgeving op het terrein van milieu.
Maar samenwerking kan toch ook.
Genoeg hierover, gedane zaken nemen geen keer.
Richten wij de blik op de toekomst en dan moeten wij constateren dat de afstand tussen
bestuurders en bestuurder groter wordt. Dat is helaas zo, maar het eigene van Dinteloord
blijft; de Muza-feesten, al bijna vijftig jaar, de Suikerstadmarsen, de viering van Koninginne
dag, de braderie, de wielerronde etc etc.
