DELEGEREN VAN DE BEVOEGDHEID TOT HET VERLENEN VAN ONTHEFFIN GEN VOOR BIJZONDERE TRANSPORTEN EX ARTIKEL 149 VAN DE WEGEN- VERKEERSWET 1994 Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voor stel besloten. VOORSTEL INZAKE EEN REGIONALE AANPAK VOORTIJDIG SCHOOLVERLA- TEN AKTIEPLAN RMC WEST-BRABANT) De heer Van den Berg zegt dat de doelstelling vanzelfspre kend goed is maar wij hebben grote twijfels of op deze wij ze, zoals nu in de stukken is verwoord, dit zal werken. De regeling via het regionaal meld- en coördinatieteam lijkt ons wat abstract. Hier praten wij over een 12.500 merendeels jongere voortijdige schoolverlaters die voor het overgrote deel van allochtone ouders afkomstig zijn. Het lijkt ons dat een wat concreter gerichte regeling waar bij men meer de behoefte die ontstaat uit die groep om bij voorbeeld via huisbezoek iets te doen beter is dan nu in de ze regeling is verwoord. In grote lijnen zal het vaak neerkomen op een heleboel theo rie, te weinig praktijk, veel verslag en rapporten, aldus spreker. Mevrouw Van Wouwe-van Llere zegt dat het een heel goed pro ject is maar dat er ook vooral gelet moet worden op de vorm die het nu heeft. Het wordt op projectbasis opgestart. Wij moeten er met zijn allen voor waken dat het weer over kan naar de instanties die het uiteindelijk blijvend kunnen uit voeren en structureel Spreekster denkt dat het alleen maar een aanjager is. Spreekster zegt een klein beetje op de hoogte te zijn van wat er nu op dit gebied gaande is en zover zij begrepen heeft zijn er wel teams van mensen ingesteld die ook werke lijk contact hebben met leerlingen waarover wij hier nu spre ken. Bij voortijdige uitval wordt dit team werkelijk ingeschakeld door de desbetreffende aangesloten scholen. Spreekster denkt dat daar een heel belangrijke taak voor de gemeente ligt en waarbij een en ander goed kortgesloten moet worden met de scholen waar met name deze teams werkzaam zijn. De heer Huisman zegt dat gezien de aard van onze gemeente dit voorstel hier niet toepasbaar lijkt. Dit voorstel is naar mijn gevoel iets voor grotere gemeenten, zoals Breda en Roosendaal, waar dit soort problemen voorkomen. Degenen die op de school werkzaam zijn weten uit ervaring dat de problemen van voortijdige schoolverlaters door de scholen moeten worden verzorgd en niet op deze manier. Spreker denkt dat dit een beetje een creatie van Breda is om zo wat subsidie binnen te krijgen.

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1995 | | pagina 29