VASTSTELLING TOETSINGSKADER VOOR INVULLING VAN DE CAI-CAPACI
TEIT
De heer Van Zundert zegt dat vanaf oktober 1994 bekend was
dat dit zou gaan gebeuren.
In november heeft het Regionaal Platform een besluit genomen
en de gemeente is door middel van briefwisseling van de PNEM
diverse malen verzocht om dit op tijd aan de raad voor te
leggen.
Nu wordt een besluit genomen wat in feite al enkele weken in
werking is gezet.
Spreker zegt dit jammer te vinden en dat doet de geloofwaar
digheid van de politiek geen goed.
De heer ZUlmans zegt dat er meer werkzaamheden liggen en
dan dienen er prioriteiten gesteld te worden. Deze zaak
heeft een iets lagere prioriteit gekregen dan andere werk
zaamheden.
Spreker zegt niet te ontkennen dat het wat aan de late kant
is maar dit soort zaken hebben een wat mindere prioriteit.
Wat belangrijk is wordt eerst aangepakt en omdat men ambte
lijk ook wel weet hoe dit in onze gemeente ligt wordt dit nu
pas aan de raad voorgesteld.
Als men bezwaren heeft dan moet men die zeker kenbaar maken,
aldus spreker.
De heer Van Zundert zegt dat hij inhoudelijk geen problemen
heeft met dit voorstel. Uit de stukken blijkt dat de PNEM
dit goed voorbereid had en er was zelfs een ontwerp-raads-
voorstel en een besluit bijgevoegd.
Spreker zegt dit geen sluitende verklaring voor deze late
behandeling te vinden.
De heer Zijlmans zegt dat als andere zaken later aangeboden
zouden zijn dan had men waarschijnlijk ook op zijn achterste
benen gestaan, en terecht omdat die zaken aan een tijdslimiet
gebonden zijn.
Ook al is het gedeeltelijk voorbereid met voorstellen en der
gelijke dan moet het allemaal ambtelijk toch goed bekeken
worden of het voorstel aangepast moet worden aan de wensen
van onze gemeente en dat kost tijd, aldus spreker.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voor
stel besloten.
VOORSTEL TOT HET VASTSTELLEN VAN DE 2E WIJZIGING VAN DE "UIT-
KERINGS- EN PENSIOENVERORDENING WETHOUDERS 1992"
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voor
stel besloten.
