De heer Breure concludeert dat de heer Traets een andere
mening heeft als de voorzitter.
De heer Traets vindt dit niet vreemd, omdat het zaken
betreft welke het reilen en zeilen van de buitendienst aan
gaan en niet zo zeer personele kwesties. Hij vindt het daar
om vanzelfsprekend dat deze klachten in samenspraak met het
hoofd gemeentewerken opgelost worden.
De heer Breure merkt op dat deze problematiek al eerder met
de medewerkers van de dienst gemeentewerken besproken is.
Hij refereert naar de hondenuitwerpselen.
De heer Traets antwoordt dat destijds afgesproken is dat de
afvalbakken geleegd zullen worden, indien de dienst gemeen
tewerken op sterkte is. Dit zal vermoedelijk in februari
zijn.
De heer Bosch stelt dat in de Arbeidsomstandighedenwet over
leg is voorgeschreven. Hij verzoekt het college hem hier
over schriftelijk te informeren.
De voorzitter zegt dit toe.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voor
stel besloten.
VOORSTEL TOT AANSCHAF VAN EEN TWEEDE TOGA VOOR DE AMBTENAAR
VAN DE BURGERLIJKE STAND
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voor
stel besloten.
VOORSTEL TOT HET BESCHIKBAAR STELLEN VAN EEN KREDIET TEN
BEHOEVE VAN DE ROLBRUG BIJ HET BENEPENSAS
De heer Huisman vraagt of het onderzoek naar de subsidie
mogelijkheden al is afgerond.
De heer Bosch merkt op dat de fractie voor het voorstel is.
Wel vraagt hij zich af waarom de afschrijvingstermijn op
twintig jaar gesteld is.
De heer Huijsmans vindt dit een uitstekende oplossing tegen
een acceptabel bedrag.
De heer Traets antwoordt dat er nog geen subsidietoezegging
is. Overigens kan het te voteren krediet alleen maar lager
worden.
Door een eventuele subsidietoezeging niet af te wachten kan
de rolbrug nog in het nieuwe vaarseizoen functioneren.
Hij merkt op dat de leverancier een afschrijvingstermijn
van twintig jaar alleszins acceptabel vindt.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voor
stel besloten.