- 56 - De heer Zilimans zegt dat deze reinigingsrechten rustig om hoog gaan. Spreker zegt verder dat met betrekking tot de privatisering hij niet specifiek een afdeling heeft genoemd. Dit dient in een breed licht bezien te worden. Spreker zegt dat de tweede zoutstrooier in de begroting van 1992 is opgenomen. Wanneer bijvoorbeeld de beheerder van deze wegen zijn verantwoording niet helemaal goed heeft uit gevoerd betekent dat niet dat bij overname de gemeente het ook op die wijze moet gaan doen. Te zijner tijd zal een en ander duidelijk worden, aldus spreker. Spreker zegt verder dat er toch te zijner tijd een andere ontsluitingsweg moet komen. Morgen vindt er reeds een gesprek met de stedebouwkundige plaats en dan komt dit ook ter sprake. Met betrekking tot de herindeling vindt spreker het niet slecht om hierover te praten. Ook met andere gemeenten. Toch dient in het achterhoofd gehouden te worden dat zelf standigheid prioriteit nummer één is. Vervolgens geeft de voorzitter het woord aan de heer Van den Berge. De heer Van den Berge zegt dat het voornemen van het college is om de bestaande voorzieningen in stand te houden maar men dient wel te beseffen dat dat veel kost. Spreker zegt dat de heer Bosch inzake de legesverordening uitgaat van een gedeeld belang, er zit namelijk een stukje gemeenschapsgeld in en een stukje voor de aanvrager. Het college gaat uit van "de vervuiler betaalt". Slagers, akkerbouwbedrijven en dergelijke zijn vrijgesteld van vergunningplicht maar hebben alleen een meldingsplicht. Het gaat maar om een beperkt aantal bedrijven. Spreker zegt dat het reinigingsrecht met 26,omhoog gaat. De redenen van verhoging zijn ten eerste hogere stort- kosten, ten tweede meer tonnen vuil en ten derde het dekkingspercentage gaat van 60% naar in de 80%. Met betrekking tot de achterstand innen belastinggelden zegt spreker dat in overleg getreden zal worden met betrok kenen om te kijken wat mogelijk is en per wanneer. Er dienen prioriteiten gesteld te worden. Wat de gevolgen zullen zijn van dit onderzoek, bijvoorbeeld personeelsuitbreiding is op dit moment nog niets van te zeggen en dat zal mettertijd wel blijken, aldus spreker. De heer Breure zegt dat de wethouder van financiën zich diep moet schamen. De heer Van den Berge zegt dat iedereen informeel al op de hoogte was van dit probleem. Spreker zegt dat er prioriteiten gesteld moeten worden.

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1991 | | pagina 253