- 45 - Over bestuurlijk opportunisme gesproken! Uw CDA distantieert zich hiervan. Inderdaad de mensen weten inderdaad wel beter. U vroeg zich het een en ander af met betrekking tot het beschikken over een gedeelte van de saldi-reserve. U behoeft niet ongerust te zijn. We zijn niet van plan om te gaan potverteren. Dat mag trouwens ook niet. Het is echter incidenteel toegestaan om het tekort met een gedeelte van de saldi-reserve te financieren. Ten aanzien van de investeringen heb ik reeds het een en ander opgemerkt. De renovatie van het gemeentelijk opslagterrein is gepland voor 1993, omdat dit de nodige voorbereiding vergt wat we nu precies willen en wat nu wel/niet nodig is. Dit vraagt tijd voor ambtelijke en bestuurlijke voorbereiding. De uitbreiding van de brandweergarage is nodig. Pas in 1993 zal dit plaatsvinden, zo is nu de bedoeling, omdat nog onduidelijk is wat wanneer in streekgewestelijk verband naar Dinteloord komt. Het CDA gaat akkoord met de door het college voorgestelde verhoging van de afvalstoffenheffing en met de verhoging van de onroerend-goedbelasting gezien de financiële situatie Niet akkoord gaat de heer Bosch, namens het CDA, met de voorgestelde verhoging van de hinderwetleges. Op uw kritiek hoop ik nu nader in te gaan. Indien sprake is van een toepassing van een tarief dat bijvoorbeeld jaarlijks betaald moet worden ligt gelijk matige verhoging van zo'n tarief in de rede. Hinderwetleges zijn in principe éénmalig; hierbij is dus geen sprake van een zekere gewenning Bij de besluitvorming over dit onderwerp is een fundamen teel ander uitgangspunt gekozen (namelijk het principe van "de vervuiler betaalt"). De hinderwetvergunning zal door een aantal bedrijven moeten worden gerekend tot een onderdeel van de noodzakelijke investeringen. Dit geldt echter voor veel investeringen welke in het belang van het milieu moeten worden gedaan (te denken valt bijvoorbeeld aan geluidisolatie, zuiverings installatie enzovoort) Er zullen echter vrijwel geen kleine zelfstandigen met de gevolgen van deze verhoging worden geconfronteerd. Van de 187 hinderwetplichtige in Dinteloord gevestigde bedrijven zullen er nog maximaal 50 overblijven welke een hinderwetvergunning nodig hebben; de andere 137 bedrijven kunnen volstaan met het doen van een melding. Aan zo'n melding zijn geen leges verbonden. Nu het onderdeel hinderwetleges als structureel middel is aangewezen voor de dekking van een gedeelte van de milieu lasten, zou het onjuist zijn als de behandeling van dit onderwerp niet in de begrotingsbehandeling zou plaatsvinden.

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1991 | | pagina 242