- 4 - 9. VOORSTEL TOT HET ACCEPTEREN VAN DE VERKLARING TOT HET DOEN VAN AFSTAND VAN HET ERFPACHTRECHT VOOR EEN PERCEEL GROND GELEGEN AAN DE KADE Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 10. VOORSTEL TOT HET VOTEREN VAN EEN KREDIET TEN BEHOEVE VAN EEN UIT BREIDING VAN "BEDRIJFSTERREIN MOLENKREEK" De heer Huisman meent dat er in het verleden bij de bestemming van gronden tot bedrijfsterrein méér gelet is op de behoefte van de bedrijven dan op de leefbaarheid (geluidhinder enzovoort) van de bewoners in de omgeving. Hoewel er bij een bestemmingsplanwijziging een beroepsmogelijkheid bestaat, meent hij dat dit slechts een vertragende werking heeft op de procedure. De fractie is van mening dat er gronden uitgegeven moeten worden voor de vestiging van bedrijven. Mede gezien de grote oppervlakte van de gemeente verzoekt de fractie het college de mogelijkheid te onder zoeken of een volgend bedrijfsterrein buiten de bebouwde kom gesitueerd kan worden. De heer Traets stelt dat de bewoners gelegenheid hebben bezwaren in te dienen op grond van de Wet Ruimtelijke Ordening en de Hinderwet. Met deze bezwaren zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden. Hij merkt op dat dit terrein uitsluitend bedoeld is voor eigen bedrijven. Andere bedrijven worden doorverwezen naar de gemeenten Fijnaart, Moerdijk en dergelijke. De voorzitter voegt hieraan toe dat de provincie waarschijnlijk geen toestemming zal verlenen om een nieuw bedrijfsterrein aan te leggen, gezien het overschot aan industriegrond in de omgeving. Ook hij is van mening dat er ter plaatse meer afstand zou moeten zijn tussen woonbebouwing en bedrijfsterrein. De heer Breure is verbaasd, omdat de fractie van de P.v.d.A. in het verleden vaak heeft aangedrongen op een spoedige aanleg van dit terrein. Hij meent dat er voldoende gelegenheid komt om bezwaar te maken. De heer Traets meent dat het moeilijk zal zijn een goede combinatie te vinden tïïssen de woonomgeving en het industrieterrein. Tevens merkt hij op dat het nu om een uitbreiding gaat van een reeds eerder vastgesteld plan. De heer Huisman stelt zijn opmerkingen gemaakt te hebben in aan sluiting "ö^clë-door de bewoners gevoerde procedure bij de Raad van State over het huidige bedrijfsterrein.

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1989 | | pagina 9