In een bespreking met de A.N.I.B., op 3 juli 1989, is gekozen voor
deze kuipjes en de huidige uitvoering met dien verstande, dat er
een paar situeringen gewijzigd zijn ten opzichte van het oor
spronkelijke plan.
De heer Vriens stelt dat in het boek "Geboden Toegang" bij te
smalle trottoirs trottoirverlagingen voorgestaan worden. Hij meent
dat er diverse knelpunten te vinden zijn en vraagt zich af waarom
zijn advies, om een deskundige instantie om raad te vragen niet
opgevolgd is. Helaas blijkt de plaatselijke voorzitter van de
A.N.I.B. onvoldoende deskundig te zijn.
De heer Breure vraagt zich af waar men mee bezig is, door zich
vooraf niet terdege te laten informeren door een technische
commissie van de A.N.I.B.
Doordat de heer Zijlmans geconcludeerd heeft dat het werk nog niet
opgeleverd is, heeft hij zijns inziens de oppositie de mond
gesnoerd. Hij vindt dit een belachelijke zaak.
Omdat er van tevoren geen gedegen advies is ingewonnen wordt er
zijns inziens waarschijnlijk nu weer gemeenschapsgeld verspild. Hij
vindt dit jammer.
De heer Traets meent dat de gesignaleerde problematiek niet alleen
problematiek is van de oppositie. Een ieder kan zijns inziens over
de problematiek oordelen. Het doet hem goed dat ook zijn fractie
genoot de problematiek onderkent en er opheldering over vraagt.
Op bestuurlijk niveau zijn contacten gelegd met de A.N.I.B.,
waaruit wij begrepen dat de voorzitter zich capabel achtte om over
deze zaak te adviseren. In een bespreking zijn afspraken gemaakt
over de keuze van de te gebruiken materialen, plaats en aantal.
Hij meent dat het functioneren van de opritten pas beoordeeld kan
worden, indien het werk opgeleverd is. Bovendien gelooft hij dat de
rolstoelgebruiker moet leren om via het kuipje het trottoir op en
af te rijden.
Vanaf het begin is gekozen voor kuipjes en niet voor trottoir
verlagingen. Derhalve vindt hij het een vreemde zaak dat de heer
Vriens nu pas trottoirverlagingen pretendeert. Omdat het college
van mening was, dat de rolstoelgebruiker zo weinig mogelijk over de
weg moet rijden en de kuipjes in een bocht open gaan staan, is
gekozen voor uitvoering nabij de bochten.
Het valt echter niet te ontkennen, dat sommige kuipjes wat
ongunstiger liggen dan op papier werd verondersteld.
Indien het werk wordt opgeleverd zullen deze dan ook worden aan
gepast.
De heer Zijlmans merkt op dat ook de fractie het college kritisch
volgt, hetgeen zijns inziens een goede zaak is.
De heer Breure vraagt wie de plaats van het bewuste kuipje op de
hoek van de Westvoorstraat en de Westzijstraat heeft aangewezen.