De heer Vriens meent dat deze raadsperiode een periode van elkaar
opvolgende wethouderswisselingen wordt
Hij vindt het een vreemde zaak dat er wederom géén overleg heeft
plaatsgevonden tussen de politieke partijen, te meer daar de heer
Traets en de heer Zijlmans in het verleden zélf op een dergelijk
overleg hebben aangedrongen. Volgens beide heren zou de bestuurbaar
heid van de gemeente daardoor verbeterd worden.
Helaas is er volgens hem niets veranderd. Het zal dan ook géén
verrassing zijn dat de fractie deze coalitie en voordracht niet wenst
te steunen.
De heer Breure meent dat zowèl bij de P.v.d.A. als bij de D.P.D. de
democratie hoog in het vaandel staat. Overleg tussen de fracties zou
daarom van een wijs beleid getuigd hebben.
Als men als raadslid öf wethouder gekozen wordt dient men zijns in
ziens vier jaar politieke verantwoordelijkheid te dragen en niet
tussentijds af te haken.
De fractie zal de heer Van der Wiele op zijn merites beoordelen. Het
stemgedrag van de fractie zal, evenals drie jaar geleden, blanco zijn
omdat er aangaande de wethoudersverkiezingen nog niets veranderd is.
De heer Traets draagt de heer Van der Wiele voor als kandidaat voor
het wethouderschap.
De voorzitter benoemltals stemopnemers mevrouw Van der Vorm-Knottnerus
en ~dê heer Vriens. Vervolgens wordt overgegaan tot schriftelijke
stemming.
De uitslag van de stemming is als volgt:
11 uitgebrachte stemmen: blanco - vijf stemmen;
de heer Van der Wiele - zes stemmen.
De heer Van der Wiele is daarmee tot wethouder gekozen.
Op de betreffende vraag van de voorzitter zegt de heer Van der Wiele
zijn benoeming te aanvaarden.
De heer Van der Wiele meent door een samenloop van omstandigheden toch
nog wethouder geworden te zijn. Naar Nederlandse maatstaven heeft men
op zijn leeftijd al afgedaan. Men noemt deze verkiezing een mooie
afsluiting van zijn politieke carrière.
Desondanks wil hij de raad danken voor het in hem gestelde vertrouwen,
alleen is het jammer dat een grote minderheid hem liever niet op de
wethoudersstoel ziet zitten. Dit ondanks zijn 22-jarige politieke
loopbaan.
Hij meent dat het wethouderschap een weinig benijdenswaardige functie
is, te meer daar de verkiezingen al over een jaar plaatsvinden.
Ter wille van de partij heeft hij dit werk op zich genomen. Doordat
hij autodidact is, waaraan de crisisjaren debet zijn, moet hij nog
steeds door zijn fouten leren.