Vervolgens vraagt hij zich af, of het niet verschijnen van de
voorjaarsnota soms te wijten is aan het niet in evenwicht krijgen
van de inkomsten en uitgaven.
Hij meent dat het beter is om de passantensteiger als zodanig te
gebruiken dan om een oefenboot er een week aan te laten liggen.
De voorzitter zegt toe dat er bij een volgende brandweeroefening
rekening wordt gehouden met de opmerkingen van de heer Breure
aangaande het niet bereikbaar zijn van de passantensteiger.
De heer Traets meent dat de klacht van de bewoners van de Prinses
Marijkestraat te vergelijken is met de klacht van de bewoners van
de Molendijk.
Het eerstgenoemde probleem werd echter aangedragen door de fractie
van de V.V.D., hetgeen zijns inziens het verschil uitmaakt.
Hij denkt dat de heer Breure de stukken aangaande de Molendijk niet
goed gelezen heeft, omdat destijds 68 bewoners het college
geattendeerd hebben op de verkeersonveilige situatie.
Vervolgens hebben de fractie van de P.v.d.A. en het C.D.A.
onderkent dat aan deze situatie iets gedaan moet worden.
Hij zegt toe dat de verkiezingsborden zo snel mogelijk geplaatst
zullen worden.
Aangaande het industrieterrein merkt hij op dat volgende week
gestart wordt met de inspraakprocedures.
Als alles naar wens verloopt komt in de commissievergadering van
juni de kinderboerderij aan de orde. Op zijn minst wordt een
toelichting gegeven over de stand van zaken.
Onlangs heeft een gesprek plaatsgevonden tussen het college en de
bouwvereniging aangaande de toekomstige woningbouw, waarbij ook "De
Vlasserij" is betrokken.
De heer Van der Wiele antwoordt dat zodra het college de voorjaars
nota rond heeft, deze zal worden aangeboden aan de raad.
De heer Breure meent dat de financiële besluitvorming makkelijker
is, indien er een voorjaarsnota ter tafel ligt.
Het verschil tussen de Molendijk en de Prinses Marijkestraat is
zijns inziens uitsluitend gelegen in het feit dat in het ene geval
(de Prinses Marijkestraat) de bewoners het onderling eens waren en
in het andere geval niet.
De fractie was en is steeds de mening toegedaan dat de Molendijk,
met welke oplossing dan ook, niet verkeersveiliger kan worden omdat
de dijk te smal is.
Hij verwacht in juni geïnformeerd te worden over de kinderboerderij
en hoopt dat het college een toekomstvisie voor het jaar 1995 gaat
ontwikkelen met betrekking tot de woningbouw.
De heer Traets meent dat de situatie van de Prinses Marijkestraat
en de Molendijk identiek is, omdat beide verzoeken een aantal weken
zijn blijven liggen.
