Dat de verkiezingen hun schaduw vooruit werpen, moge wel blijken
uit de door sommige raadsleden gekozen formuleringen.
De V.V.D.-fractie bijvoorbeeld bezigt termen als: "het scoren bij
de mensen, het eerlijk moeten zijn, failliet gaan, angstige
ontwikkeling, het in gevaar komen" en dergelijke.
Woorden, die zo uit een roman gehaald kunnen worden. Maar zij
worden hier wel gebruikt in een beoordeling van een sluitende
gemeentebegroting, met sluitende meerjarenramingen en een minimale
lastenverhoging voor de burgers.
Als het spreekwoord "Zo de waard is, vertrouwt hij zijn gasten"
hier van toepassing is, ziet het er voor de V.V.D.-oppositie
slecht uit.
Enkele maanden geleden fluisterde de heer Bosch keihard door de
microfoon "dat er gemeenschapsgelden gestolen worden...", om ze
daarna ijlings weer in te slikken maar hij had ze wel gezegd.
De benadering van de heer Bosch is nu evenwel zakelijker.
De basis voor een reële begrotingsbehandeling leek dan ook gelegd.
Helaas maakt de heer Breure er, door zijn inbreng een lachwekkend
evenement van, waarbij hij zelfs tracht de Dinteloordse burger
zand in de ogen te strooien door over "kiezersbedrog" te reppen.
Jammer dat de heer Breure, en met hem de fractie, zich verlaagt
tot dergelijke nietszeggende, goedkope kreten.
Oppositie voeren is een kunst, die de V.V.D. niet beheerst, door
dat men te veel "hel en verdoemenis predikt", daar waar de
"financiële zon" nog redelijk schijnt. Reële alternatieven zijn
het wapen van oppositie voeren.
De fractie van de V.V.D. rept ook over "het verschil tussen de
ambtelijke begroting en de voor ons liggende". "Onbegrijpelijk"
vond men het maar het is het college toch niet kwalijk te nemen
dat de heer Breure iets niet begrijpt!
"Onaanvaardbaar" vond de fractie van de V.V.D., hetgeen inhoudt
dat die fractie straks tegenstemt.
Ambtenaren en bestuurders hebben immers ieder hun eigen specifieke
verantwoordelijkheden. De door de ambtenaren ingediende "cijfer
matige begroting" zal te allen tijde door een college bestuurlijk
vertaald dienen te worden.
Naar de mening van de heer Bosch "is het geluk met de wethouders".
Hij doelt hiermee op rekeningoverschotten maar vergeet erbij te
vermelden, dat juist het beleid van de raad tot rekening
overschotten kan leiden en niet het beleid van wethouders.
Collega Van der Wiele en ik maken al jaren deel uit van de raad,
dus hebben we zeker aan "ons geluk" bijgedragen.
Vervolgens gaat hij in op de vragen, zoals die door de raadsleden
werden gesteld.