De heren Breure en Bosch menen, dat er door de andere fracties in het verleden ook al gesproken is over het bewuste pad. Bovendien zou, volgens de heer Bosch, eerst onderzoek gepleegd worden naar de verkeersveiligheid van de uitrit naar de Groene Kruisstraat. De heer Traets meent, dat er over deze ontsluitingsweg inderdaad al meerdere malen gesproken is. Hij hoopt, dat indien het weer meezit, zo snel mogelijk met de aanleg kan worden begonnen. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 10. VOORSTEL TOT HET RESERVEREN VAN EEN GEDEELTE VAN HET OVERSCHOT VAN DE DIENST 1988 VOOR HET VORMEN VAN EEN VOORZIENING VOOR HET TOEKOMSTIG ONDERHOUD VAN DE RIOLERINGEN De voorzitter merkt op, dat het college dit voorstel terugneemt. De heer Breure vraagt wat de reden daarvan is. De heer Van der Wiele antwoordt, dat het om een wijziging van de tekst gaat. 11. VOORSTEL TOT HET BESCHIKBAAR STELLEN VAN EEN KREDIET VOOR HET DEMPEN VAN DE SLOOT TUSSEN DE ALGEMENE BEGRAAFPLAATS EN HET BEJAARDENTEHUIS De heer Bosch meent, dat in afwijking van het antwoordt van de heer Traets in de vorige raadsvergadering, de veiligheid volgens het hoofd gemeentewerken gewaarborgd wordt door een steiger aan te schaffen De heer Breure vraagt waarom er geen schriftelijke offerte van een aannemersbedrijf bij de stukken ligt betreffende het snoeien van de heg. De heer Zijlmans merkt op, dat de raadsleden als zodanig verant woordelijk zijn voor de veiligheid van het personeel. De fractie is het met het voorstel eens. De heer Huisman is, om de kosten zo laag mogelijk te houden, voor een openbare aanbesteding. De voorzitter meent dat dat niet altijd opgaat. De heer Traets antwoordt, dat indien van een steiger gebruik gemaakt zou worden, de grond onder de heg nog aangevuld moet worden. Dit is de veiligheidsmaatregel waarover in het advies gesproken wordt.

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1989 | | pagina 100