Op 12 december 1987 blijkt de heer Verhagen een gesprek met de heer Boluijt
te hebben gehad over de toestand van het wegdek. De wethouder zei ver
heugd te zijn met de door de heer Verhagen verstrekte gegevens en zou deze
bij de besluitvorming betrekken.
Hij is dan ook verbaast dat het college bij brief van 10 december 1987
antwoordde dat men niet ingaat op deze klacht.
Dit terwijl wethouder Boluijt op 12 en 22 december 1987 meedeelde dat er
ter zake nog geen standpunt was ingenomen door het college.
Spreker meent bovendien dat een schrijven gericht aan de gemeenteraad ook
door de raad behandeld zou moeten worden.
Hij constateert dat het college fout heeft gehandeld. Vervolgens gaat de
heer Breure inhoudelijk in op deze klacht.
Op 24 april 1986 schrijft het college de bewoners dat het wegdek proviso
risch zal worden hersteld. Definitief herstel zal in juli plaatsvinden.
Het provisorische herstel blijkt achteraf effectiever te zijn, zo merkt
hij op, dan het definitieve herstel. Als de bewoners hierover klagen,
antwoordt het college dat dit niet de enigste weg is met een slecht weg
dek in Dinteloord.
Hij vindt dit een slecht argument, omdat de betreffende aannemer slecht
werk heeft afgeleverd en er waarschijnlijk niet of nauwelijks door de
gemeente gecontroleerd is.
Spreker meent dat de gemeente het wegdek provisorisch zal moeten her
stellen, waarna later tot definitief herstel zal moeten worden over
gegaan.
De heer Traets merkt op dat de gemeenteraad steeds meer gepasseerd lijkt
te worden indien er klachten zijn van inwoners.
Hij hoopt dat het college vanaf heden een andere werkwijze zal volgen.
Waarschijnlijk zullen daardoor ellenlange discussies voorkomen worden.
Hij maakt uit het schrijven van 3 september 1986 van het college op dat
er inderdaad sprake is van een beschadigd wegdek, hetwelk vergeleken
wordt met andere wegen, onder andere de Molendijk.
Met deze constatering is hij verheugd, omdat het college nu ook van mening
is dat het wegdek van de Molendijk veel overlast veroorzaakt.
Op 4 november 1987 schrijven de bewoners van de Steenbergseweg dat de
situatie is verergerd in plaats van verbeterd.
Spreker verzoekt het college de klacht serieus te onderzoeken en om
voortaan een betere controle uit te oefenen op de werkzaamheden van een
aannemer.
De gevolgde handelwijze van het college ten opzichte van de inwoners wordt
door de fractie ten zeerste afgekeurd.
De voorzitter zegt beide sprekers in het gelijk te stellen. Hoewel deze
aangelegenheid tot de competentie van het college behoort, stelt hij voor
deze aangelegenheid in de eerstvolgende vergadering van de commissie
openbare werken te behandelen.
De heer Breure meent desondanks dat er géén goede communicatie is tussen
het college en de ambtenaren. Dit omdat wethouder Boluijt op 22 december
1987 nog niet op de hoogte bleek te zijn van een op 10 december 1987 aan
de klagers verzonden brief. De gevolgde handelwijze vindt hij dan ook
zorgwekkend.
