VOORSTEL TOT VASTSTELLING DIVERSE BEGROTINGSWIJZIGINGEN Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. VOORSTEL TOT VASTELLING VAN: a. DE BEGROTING VAN DE ALGEMENE DIENST 1988; b. DE BEGROTING VAN HET CENTRALE ANTENNE BEDRIJF 1988. Vervolgens spreken de volgende raadsleden hun algemene beschouwingen uit, waarvan de tekst hier integraal is opgenomen. De heer Van der Wiele Al enkele jaren is er géén ruimte om nieuw beleid te voeren. De voorjaarsnota was ook een financiële ramp, en nu is het weer mis. Een post van 28.000,-- voor onvoorziene uitgaven volgend jaar is onvol doende, zelfs een huishouden komt daar nog aan tekort. Geen plannen voor 1988, het is voor een raadslid niet leuk meer. Toch ziet onze fractie het niet zo negatief als het college het wil doen geloven. Waarom moet bijvoorbeeld het totale overschot van de jaarrekening 1986 van 220.000,-- nu al worden gereserveerd voor automatisering. We hebben nu ongeveer 300.000,-- gereed liggen voor dit doel, wat na realisering in 1992 450.000,-- gaat kosten. De Gemeentelijke Bevolkingsadministratie moet per 1 januari 1989 worden ingevoerd, dat is tenminste het streven van het ministerie. Maar dat wil niet zeggen, dat dan de gehele automatisering zijn beslag al krijgt, om dat die in fasen verloopt. Daarom zou met een beetje goede wil een klein bedrag van ongeveer 20.000,--// 30.000,-- van dit overschot van 1986 ge bruikt kunnen worden, voor de post onvoorziene uitgaven in 1988. Dan zou het financiële beeld er heel wat gunstiger uitgezien hebben en zou de automatisering niet in gevaar gekomen zijn. Bovendien zijn er nog onderhandelingen gaande tussen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Ministerie van Binnenlandse Zaken over een vergoeding volgens het bestuursaccoord. Ieder jaar maken sommige raadsleden zich ongerust omdat we steeds 1/30 gedeelte van onze reserves opsouperen. Dat is schijn want de reserve blijft zoals hij al jaren is. Dit wordt alleen door het college opgevoerd om de raad onder druk te zet ten om toch vooral de lasten van de burger te verzwaren, zoals nu weer het geval is. Verder bezitten we veel reservefondsen. Er komen er steeds bij want voor bijna iedere post wordt een reserve-potje gevormd. Dit kan zijn nut heb ben maar het vertroebeld wel het beeld van de totale financiële stand van zaken. Ik woon nog al eens politieke vergaderingen bij en meerdere malen wordt dan gezegd dat de meeste kleine gemeenten over grote reserves beschikken terwijl de grote gemeenten armlastig zijn. Die verhouding moest eigenlijk omgekeerd zijn. Als ik dan vraag of dat een reden is voor herindeling zegt men dat de eigenlijke reden alléén van bestuurlijke aard is. Maar toch geeft het wel te denken. Wat mij ook trof in de aanbiedingsbrief bij de beoordeling van bijna alle posten zijn de conclusies die men er aan gaf.

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1987 | | pagina 96