- 2 -
4. INGEKOMEN STUKKEN
Mevrouw Bot-Leensvaart vraagt zich af waarom de brieven van 8 en 28 augus
tus 1987 (punt nummer 12 en 13) nu pas bij de ingekomen stukken van de
raad ter inzage liggen. Spreekster vindt deze termijn onaanvaardbaar lang
en verzoekt het college de raad voortaan tijdig te informeren.
Daarnaast meent zij dat de heer Theunisse uit oogpunt van beleefdheid
antwoordt op zijn uitnodiging behoort te krijgen.
De voorzitter zegt dat het college het met de woorden van spreekster eens
is. Inmiddels zijn de nodige maatregelen genomen, zodat dit niet meer voor
behoeft te komen.
De heer Breure onderschrijft de woorden van mevrouw Bot-Leensvaart.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de ingekomen stukken voor
kennisgeving aan te nemen.
5. VOORSTEL TOT VASTSTELLING "VERORDENING BEHANDELING AANVRAGEN EN BEZWAAR-
SCHRIFTEN WET INKOMENSVOORZIENING OUDERE EN GEDEELTELIJK ARBEIDSONGESCHIK
TE GEWEZEN ZELFSTANDIGEN""
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
6. VOORSTEL TOT HET VOTEREN VAN EEN KREDIET VOOR DE AANSCHAF VAN EEN
NOTULEERUNIT'
De heer Breure verzoekt het college alsnog offerte te vragen bij de
plaatselijke middenstand, welke ook dergelijke apparatuur levert.
De voorzitter zegt toe dit te zullen doen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
7. VOORSTEL TOT HET BESCHIKBAAR STELLEN VAN EEN KREDIET TEN BEHOEVE VAN HET
BOUWRIJP MAKEN VAN DE 4e PLANVERANDERING "WEST"
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
8. VOORSTEL TOT HET AANGAAN VAN EEN SAMENWERKINGSOVEREENKOMST MET DE REGIO-
NALE STICHTING GECOÖRDINEERD OUDERENWERK "DE NOORD-WESTHOEK"
Mevrouw Brosky-Kuijpers vraagt of er vanuit de gemeente nu voldoende toe
zicht blijft bestaan op het functioneren van de stichting. Tevens vraagt
zij zich af tot wie men zich dient te wenden, indien er onverhoopt proble
men zouden ontstaan.
De heer Boluijt antwoordt dat hij de gemeente in het bestuur van de stich
ting vertegenwoordigd. Eventuele klachten kunnen bij hem ingediend worden.
Het college oefent toezicht uit op het functioneren van de stichting.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten.