De heer Traets vindt het jammer dat de heer Boluijt sinds de vorige raads- vergadering géén nieuwe elementen heeft kunnen aandragen. Hij vraagt zich af waarom andere zwembaden géén conflicten hebben met de Arbeidsinspectie. Spreker meent dat dit louter een organisatorische kwestie is. Hij vraagt zich af of het college wellicht bij voorbaat niet aan dit verzoek zou willen meewerken. Voorts merkt hij bovendien op, dat er in het verleden niet slechts aan enkele volwassenen, maar aan volledige groepen, jaren achtereen zwemlessen in de avonduren zijn gegeven. Hij vindt dat dit aspect het argument van het college, dat recreatief zwemmen èn het geven van zwemlessen op eenzelfde tijdstip in de avonduren niet mogelijk zou zijn, ontkracht. De voorzitter merkt op dat de Arbeidsinspectie in het verleden geëist heeft dat het aantal uren van het personeel teruggebracht diende te worden. Dit heeft destijds de nodige moeite en tijd gekost. Overigens hecht hij minder waarde aan de organisatie in andere baden. Vooralsnog moet worden uitgegaan van de situatie in Dinteloord. De heer Traets zegt niet over een uitbreiding van de werktijd te spreken, maar over een andere organisatie. Hij betreurt het dat het college dit niet onderzocht heeft. De heer Breure zegt dat hem uit eigen ervaring gebleken is dat niet de kinderen, maar eerder de ouders problemen hebben met het vroege tijdstip waarop de zwemlessen gegeven worden. In de middaguren worden naast het recreatief zwemmen inderdaad zwemlessen voor het B-diploma gegeven. Hij is verheugd dat een en ander organisa torisch goed geregeld is in het Dinteloordse zwembad. Hij vindt het on verstandig om de aan de orde zijnde kwestie in stemming te brengen. De heer Schrumpf is van mening dat het probleem inderdaad bij de ouders ligt. Verlaging van de leeftijd heeft zijns inziens geen zin, omdat veel kinderen er nog niet rijp voor zijn. Daarbij dient men zich tevens te realiseren dat elke wijziging in de organisatie financiële consequenties zal veroorzaken. De heer Traets zegt desondanks het verzoek om de leeftijdsgrens te ver lagen van zes naar vijf jaar en de lestijden te verschuiven naar de avonduren te blijven ondersteunen. Vervolgens vraagt spreker, naar aanleiding van een schrijven van een inwoner van de gemeente aan de fractie, waarom dit schrijven alsmede de overige correspondentie aangaande deze materie niet ter inzage heeft gelegen. Naar aanleiding van dit schrijven wil hij graag weten of er inderdaad gegevens verstrekt zijn en of er al dan niet terzake een geheimhoudings plicht geldt in Dinteloord. De voorzitter zegt de stukken in die vergadering te brengen waar ze thuishoren. Dat was in het bedoelde geval bij het college. De heer Schrumpf merkt op dat er met betrekking tot de verstrekte informa tie geen geheimhoudingsplicht geldt. Er werd een vraag gesteld inzake de aansluiting van het betreffende pand op de riolering.

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1987 | | pagina 91