- 7 -
"Het verhogen van de bovengrens (tot 1000) van het aantal ligplaatsen voor
"jachten steunen wij van harte.
"Wij hopen van harte, dat iedere belanghebbende zich met dit concept-plan kan
"verenigen. Mijn fraktie is dan ook niet voornemens om in eerste termijn wijzi
gingen voor te stellen."
De heer Schrumpf zegt het niet juist te vinden om op bepaalde gronden intensie
ve veehouderij mogelijk te maken, omdat zowel in de landbouw als in de veehoude
rij overschotten zijn. Hij vervolgt:
"De heer Breure wil kassenbouw mogelijk maken tot maximaal 50.000 m2 Indien
"dit zou worden toegestaan, zal er waarschijnlijk een tweede glazen stad ont
staan. Bovendien is in die sektor ook al sprake van overschotten en wordt er
"steen en been geklaagd.
"In het concept-plan is de mogelijkheid aanwezig om met vrijstelling van het
"college een glastuinbouwbedrijf uit te breiden tot maximaal 10.000 m2
"Op de oeverlanden van de Barend, Potmar- en Molenkreek mogen agrariërs het-
"zelfde blijven doen als in het verleden, hetgeen mijns inziens voldoende is.
"Ten aanzien van de vestiging van Cebeco kan ik u zeggen, dat de lijn binnen
"welke geen bebouwing mag plaatsvinden is doorgetrokken tot in het water, zodat
"aan het bezwaar is tegemoetgekomen.
"Ik geloof niet, dat het noodzakelijk is de te bebouwen oppervlakte zonder meer
"te vergroten tot 60 m2 zonder vrijstelling van burgemeester en wethouders, om-
"dat tot op heden geen moeilijkheden door deze bepaling zijn ontstaan.
"Er is al een groot aantal vrijstellingen verleend en er zijn nog geen aanvragen
"afgewezen.
"Ik geloof niet, dat we nog dijkbebouwing op de Bloemendijk moeten toestaan
"(vraag van de heer Boluijt)."
De voorzitter zegt, dat lintbebouwing langs dijken allang achterhaald is.
Hij zegt dit in een bestemmingsplan niet voor één geval te willen toestaan.
Bovendien zal het college van Gedeputeerde Staten dit waarschijnlijk niet
toestaan.
De heer Boluijt zegt, dat het een dienstwoning betreft, die hier vroeger
—gezien de aanwezige fundering- al gestaan heeft.
De heer De Feijter zegt, dat het om een dienstwoning t.b.v. een landbouwbedrijf
gaat. Hij zegt:
"Het gaat om mijn bedrijf en het betreft een vroegere afgebroken arbeiderswoning,
"die nu herbouwd dient te worden i.v.m. de bedrijfsopvolging door mijn zoon."
De voorzitter zegt, dat de bouw van een tweede dienstwoning toegestaan is, mits
deze niet in het dijktalud gebouwd wordt.
Planologisch gezien is het onjuist om een dergelijke woning in het dijktalud te
bouwen.
De heer Traets merkt op, dat indien op een oude fundering gebouwd mag worden,
dit voor een ieder moet gelden en niet alleen voor dit geval. Hij vervolgt:
"Een uitbreiding van de oppervlakte van kassen, zoals de heer Breure voorstaat,
"wordt door mijn fraktie als ongewenst ervaren.
"Ten aanzien van de vestiging van intensieve veehouderij zijn wij het volledig
eens met het standpunt van het college.
"Indien bepaalde personen wèl en andere géén vrijstelling van de maximaal te
bebouwen oppervlakte gekregen hebben, is dit voor ons reden om met het voorstel
van de heer Van der Wiele akkoord te gaan."