- 4 -
De heer De Feijter zegt het ten dele met de woorden van de heer Breure eens te zijn.
Spreker meent ergens gelezen te hebben, dat de mogelijkheid van onkruidbestrijding op
de buitendijkse gronden zal blijven bestaan.
De heer Sohrumpf merkt op, dat het college al geageerd heeft tegen de beperking van
het aantal ligplaatsen in Dintelmond.
Hij vervolgt:
"Ten aanzien van de distelbestrijding is op de hoorzitting gezegd, dat een strook
"grond aangewezen zal worden waar de distel bestreden kan worden.
"Het jachtrecht met betrekking tot de rijksgronden berust bij de Dienst der Domeinen,
"waardoor wij als raad geen invloed hierop kunnen uitoefenen. Overigens staat in de
"nota, dat de jacht zeer beperkt zal zijn en uitsluitend wordt toegestaan, indien deze
"uit een oogpunt van natuurbeheer en waterkeringbeheer noodzakelijk mocht zijn."
De heer Bierkens merkt op, dat het politiek niet meer haalbaar is om i.v.m. de land
bouwoverschotten een gedeelte van de droogvallende gronden te bestemmen tot landbouw
gebied.
De heer Breure zegt, dat wanneer aan de droogvallende gronden een beperkte agrarische
bestemming wordt gegeven, gepoogd kan worden ook de ganzen naar deze gronden te
lokken, waardoor de in het Streekplan geplande vogel- c.q. stiltegebieden kunnen
verdwijnen.
De heer Van der Wiele zegt, dat de raad zonder meer zal moeten stellen, dat de boven
grens van het aantal toegestane ligplaatsen (875) uit het beleidsplan verdwijnt.
De heer Traets zegt, dat wanneer dit beleidsplan vastgesteld wordt het strijdig is
met het Vaarrouteplan. Ik geloof, dat we moeten voorkomen dat de natuurbestemming mid
dels een wijziging van het Vaarrouteplan geweld aangedaan wordt, merkt spreker op.
De heer De Feijter merkt op, dat in de toekomst zeker geprobeerd zal worden de ganzen
populatie op buitendijkse gronden te huisvesten, gezien de grote bedragen die uitge
keerd worden door de wildschadecommissieSpreker meent, dat de zgn. V-tjes (vogel
en stiltegebieden) van de kaart verdwenen zijn.
Helemaal de jacht verbieden is niet mogelijk, al zal wel voldoende aandacht besteed
moeten worden aan een verantwoord natuurbeheer.
De heer Schrumpf zegt, dat buitendijks een natuurgebied zal ontstaan. Bij een gericht
beheer zullen grootschalige en relatief vochtige graslanden ontstaan, welke ideaal
zijn voor watervogels en ganzen.
Hij vervolgt:
"In een schrijven aan de overleggroep Krammer Volkerak hebben wij de bovengrens van
"het aantal ligplaatsen afgewezen.
"De jacht op de buitendijkse gronden wordt alleen toegestaan om de populatie op een
"aanvaardbaar peil te houden.
"Het jagen alleen om de jacht als zodanig wordt niet toegestaan."
De heer Bierkens merkt op, dat dit plan slechts een beleidsadvies is, waarin gekozen
wordt voor de bestemming natuurgebied.
Hij vervolgt:
"Dit zou in strijd zijn met hetgeen vermeld is in het Vaarrouteplan, dat verblijfs-
"rekreatie toestaat. Indien dit Vaarrouteplan doorgaat, zal de gemeenteraad het be
stemmingsplan Buitengebied moeten wijzigen teneinde de verblijfsrekreatie mogelijk
"te maken. In wezen heeft de gemeenteraad het zelf in de hand."
De heer Breure zegt, dat veel agrariërs tevreden zouden zijn, indien daadwerkelijk
fourageergebieden voor ganzen in het beleidsplan Krammer-Volkerak opgenomen zouden
worden, zodat de "V-tjes" uit de polder kunnen verdwijnen.
De heer Schrumpf zegt er geen bezwaar tegen te hebben dat de suggestie van de heer
Breure doorgegeven wordt aan de overleggroep.
De heer Van der Wiele zegt aangetekend te willen zien dat hij voor een jachtverbod
is.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten, onder
aantekening dat de opmerking van de heer Breure t.a.v. de fourageergebieden
doorgegeven zal worden aan de overleggroep.