De heer Van der Wiele zegt het volgende:
"Mijnheer de voorzitter men moet geen wonderen ver
dachten van de vorming van dit gewestelijk overleg
platform voor de werkgelegenheid, dat het Streekge-
"west Westelijk Noord-Brabant nu voorstaat. De werk
loosheid wordt er helaas niet mee opgelost.
"De notitie die nu aan de gemeenten wordt aangeboden
"moet echter wel de volledige medewerking verkrij-
"gen van alle gemeentebesturen om tot een doelmatig
funktioneren te komen.
"Ook al biedt Dinteloord wat betreft werkgelegen-
"heid niet veel kansen, toch kan zo'n gewestelijke
"aanpak zijn goede kanten hebben mits deze overleg-
"groep géén praatklub wordt.
"Het is jammer dat er nu al onenigheid is over de
"verdeling van de zetels in het overleg-platform
"tussen de gemeenten onderling.
"Dinteloord vormt met Fijnaart Steenbergen en Wi_l-
"lemstad één groep, waaruit een vertegenwoordiger
"wordt gekozen in dit platform.
"Mijn vraag is, of het college ook geïnteresseerd
"is in een zetel in dit overlegplatform.
"Of laat men dit over aan het gewestelijk bestuur?
De heer Traets zegt dat in het rapport vooral ge
sproken wordt over het economische en sociale
accent. Bij het sociale accent wordt gesproken over
gesubsidieerde arbeidsplaatsen, scholing, beroeps
vorming e.d. Men stelt zich nogal veel voor van het
overlegorgaan.
Spreker zegt hier echter bitter weinig van te ver
wachten, omdat - als men in 1985 pas tot overeen
stemming komt - de richtlijnen wel weer veranderd
zullen zijn en men weer opnieuw kan beginnen.
De heer Traets stelt voor direkt aktie te ondernemen
door een gewestelijk platform voor werkgelegenheids
beleid in te stellen en er vertegenwoordigers voor te
kiezen, omdat anders de werkloosheid zo groot ge
worden is, dat men er niet meer over hoeft te pra
ten, omdat er dan overal praatgroepen zijn.
De heer Boluijt zegt dat de vertegenwoordiger van
Dinteloord zal moeten komen uit de groep waarbij
Dinteloord ingedeeld is nlSteenbergen, Willemstad
en Fijnaart en Hefjningen.
In onderling overleg met die gemeenten zal een ver
tegenwoordiger gekozen moeten worden.
De voo rz i tter zegt ook van mening te zijn dat van de
instëïïlng~van dit overleg-platform geen wonderen te
verwachten zijn, maar zegt het zinvol te vinden om
alles te proberen wat eraan gedaan kan worden. Hij
zegt dat het hem niet bekend is dat er onenigheid
bestaat over de zetelverdeling.