10
De heer Bierkens geeft vervolgens het woord aan de
heer Sturrisdie namens de fraktie van de S.G.P.
spreekt
"Mijnheer de voorzitter,
"Terwijl ik dit uitspreek, realiseer ik mij dat de aan
spraak tot de raadsvoorzitter gericht is tot een ander
"persoon. Zoals we nu in de natuur zien dat de aarde
"haar gelaat verandert en weer als vernieuwd er uit gaat
"zien, zo zijn we ook als raad der gemeente vanmorgen
"bij elkaar om getuige te zijn van de installatie van u,
"geachte heer Schout, tot burgemeester van de Gemeente
"Dinteloord en Prinsenland. Wij heten u, als afgevaar
digde van de Staatkundige Gereformeerde Partij, harte-
"lijk welkom. In deze verwelkoming besluiten wij ook u,
"mevrouw Schout. Wij hopen dat u zich spoedig zult thuis
"voelen in de gemeente Dinteloord.
"Dat u van God, de Schepper en Onderhouder van alle le
den, de lust, de liefde en de kracht geschonken moge
"worden tot de arbeid, die u nu wacht. Het moge u gege-
"ven zijn, dat van Hem te begeren. Dat zal een afhanke-
"lijk leven geven, wat onmiskenbaar sporen zal nalaten
"in uw houding, in uw verhouding, in uw werk en in uw
"besluiten.
"Ik betreur het dat het Koninklijk Besluit van 15 fe-
"bruari j.l. reeds weken van te voren via de pers wereld
"kundig werd gemaakt. Dit doet afbreuk aan de integri-
"teit van een Koninklijk Besluit. Het zou daarom zeker
"op zijn plaats zijn dat de lekkage in het Provincie-
"huis te Den Bosch spoedig verholpen zou worden.
"Overigens neemt een en ander niet weg dat de persbe
richten geen leugens waren.
"In diezelfde persberichten las ik ook, dat u er "voor
"iedereen" was.
"Dat zal "iedereen" u niet in dank afnemen!
"Ik begrijp de goede bedoelingen die aan dit standpunt
"ten grondslag liggen. Evenwel lijkt het mij een onmoge-
"lijke taak. Ik vrees dat dit een bepaalde mate van
"kleurloos beleid met zich brengt. En dat is het laatste
"waar ik op wacht. Zeker in de kontekst van het gespro-
"kene
"Nochthans wens ik u een goede samenwerking toe, zowel
"met de raad als met de diverse ambtenaren en ook goede-
"kontakten met de bevolking.
"De omstandigheden op het economisch, maatschappelijk-
"en het moreel en zedelijk terrein zijn bepaald niet
"rooskleurig en bemoedigend.
"Maar een beleid dat rekening houdt met Gods Woord en
"Wet zal zeker vrucht en zegen afwerpen.
"Het voeren van zo'n beleid wens ik u en mijzelf, ja,
"de gehele raad van ganser harte toe. Ik dank u."
- 11 -
