6 "Tenslotte dan nog iets over het onderwerp "herindeling" "waaraan u ook aandacht hebt geschonken in de profiel- "schets. Begrijpelijk, na een vroeger plaats gehad heb- "bende aanval op de zelfstandigheid van de gemeente. "Ik wil daar dit van zeggen: Het is voor mij een ver ademing om te kunnen gaan werken in een gemeente, die "niet bedreigd wordt door opheffing; waar niet bij nage- "noeg elk besluit op de achtergrond steeds die komende "herindeling een rol speelt. "Mocht er in de toekomst ooit sprake zijn van nieuwe "fusieplannen, dan vindt u mij aan uw zijde in het be strijden daarvan. Ik heb helaas ervaring op het ter- Sein van herindeling opgedaan. "De argumenten, die men hanteert bij het lanceren van "dergelijke plannen betreffen als regel de weinige be stuurskracht van de kleine gemeenten en de mindere "financiële mogelijkheden. Voor een aanval op de D inte 1 - "oordse zelfstandigheid zijn dat bij voorbaat al de ver- "keerde argumenten, gelet op wat hier tot stand is ge- "bracht. Terecht werd in de al genoemde raadsvergadering "gezegd (ik citeer): "Menige gemeente met een bevolkings "aantal als Dinteloord kan jaloers zijn op zo'n voorzie- "ningenpakket(einde citaat) en ondanks dat is de fi- "nanciële positie van de gemeente gezond. "Het behoud van de zelfstandigheid is daarom ook belang- "rijk, omdat in deze tijd van schaalvergroting blijkt, "dat met de vorming van grotere bestuurlijke eenheden "het contact tussen bestuurders en bestuurden - waaraan "ik persoonlijk veel waarde hecht - minder wordt. "Mevrouw, mijne heren, met uw raad hoop ik in een sfeer "van goede onderlinge verstandhouding werkzaam te zijn "in het belang van de gemeenschap. Voorwaarde voor een "goed bestuur is, dat ieder lid van de raad, met res- "pect voor de levensbeschouwing en -overtuiging van de "ander, zich laat leiden door de afgelegde ambtseed c.q. "belofte en met terzijdestelling van partij-, groeps- "en eigen belangen het gemeenschappelijk gemeentelijk "belang nastreeft. "Ook in de vergaderingen van het college van burgemees- "ter en wethouders is een dergelijke teamgeest van "groot belang. Ongetwijfeld zal er wel eens verschil "van inzicht bestaan, maar wanneer wij de bereidheid "hebben om naar elkaar te luisteren en te onderzoeken "wat de waardevolle elementen zijn in de opvatting van "de ander, dan zal de discussie zin hebben en resulteren "in een gezamenlijk beleid. "Gaarne zeg ik U toe, dat ik van mijn kant zal ijveren "voor een zodanig collegiaal, dat wil zeggen gezamen lijk bestuur "Mevrouw, mijne heren, ik ben mij er van bewust vandaag "een ambt te aanvaarden, dat door zijn veelzijdigheid "zeer hoge eisen stelt. De vervulling van dit ambt - "hetwelk ik zie als een dienendambt - betekent een "moeilijke, omvangrijke, maar mooie taak, welk een gro- "te persoonlijke verantwoordelijkheid inhoudt. - 7 -

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1983 | | pagina 47