-11- De heer Schrumpf zegt het volgende: "Mijnheer "de voorzitter, het is een droevige zaak voor "de betrokkenen en de gemeente. "Er hoeft over deze zaak weinig gezegd te worden; wij "worden namelijk als raad voor een voldongen feit "gesteld "Ik verval in herhalingen, maar wij zouden het toch "op prijs stellen, als wij in de toekomst eerder "geïnformeerd worden over zulke ingrijpende zaken. "Nu kwamen er wat voorstellen van raadsleden op "commissievergaderingen, die misschien een betere "oplossing voor de gemeenschap betekend zouden kunnen "hebben "Wij zijn het met het college eens, dat een zo "hoog mogelijk bedrag verhaald moet worden en hopen, "dat wij in de toekomst over zulke zaken eerder "spreken en niet als het kalf reeds verdronken is". De heer Sturri s zegt, dat de gemeenteraad inderdaad laat wordt gekonfronteerd met een dergelijke materie. Spreker zegt dat het ook bij hem wat vreemd overkomt, omdat in het raadsvoorstel gesproken wordt van een ruimschoots voldoende inkomen. Spreker vraagt zich af of de Woningbouwvereniging de woning niet had kunnen aankopen en betwijfelt tevens de haalbaarheid van de gestelde hoofdelijke aansprakelijkheid van het echtpaar Lanen voor het door de openbare verkoop geleden verlies. De heer B i e rkens zegt, dat het niet mogelijk is de gemeenteraad in een eerder stadium over zulke zaken te informeren, omdat er wekelijks afschriften van hypotheekver1 enende instellingen omtrent achter standen in de betaling van rente en aflossing binnen komen "Hiervan wordt door het college notitie genomen, "waarbij dan veelal wordt aangenomen dat men toch wel "aan zijn verplichtingen zal voldoen. "Dit bleek hier niet het geval te zijn. Men ging - "zoals u reeds wist - over tot openbare verkoop. De "termijn tussen de inzet en de uiteindelijke ver koping is slechts 14 dagen, zodat het moeilijk zal "zijn om in zo'n korte tijd de gemeenteraad bijeen "te roepen "Bovendien zegt de hoogte van de inzet in de regel "nog niet zoveel over de uiteindelijke verkoopprijs. "Niemand zou ooit gedacht hebben, dat de hoogte van "de inzet, zijnde 35.000,--, ook de uiteindelijke "verkoopprijs zou worden. "Dat er een restant-schuld zou zijn voor het verschil "van de restant-hoofdsom en de uiteindelijke ver koopprijs stond voor iedereen vast. "Het grote probleem is hier dat de gemeente verplicht "is om een premie-A-woning te garanderen tot het volle "bedrag van de stichtingskostenterwijl men van te- "voren al weet dat bij eventuele openbare verkoop dit "bedrag nooit meer zal worden gehaald. Ik vraag mij "dan ook af of je als gemeente daarin geen ander be- "leid zou kunnen gaan voeren door de woning te laten "taxeren, alvorens gemeentegarantie verstrekt wordt- "In de toekomst zullen in overleg met het ministerie "stappen moeten worden ondernomen, opdat niet tot het "volle bedrag van de stichtingskosten behoeft te "worden gegarandeerd. - 12 -

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1983 | | pagina 142