-12-
Mevr. Breure zegt, dat de V.V.D.-fraktie instemt met het
prae-advies en niet alleen omdat de financiële positie van
de gemeente zo slecht zou zijn. Het is jammer dat er zoveel
instanties aan het werk zijn om de kindertelefoon tot stand
te brengen. Als al die instanties het juiste werk deden, dan
zou de kindertelefoon waarschijnlijk niet nodig zijn.
Ook de S.O.S.dienst onderschrijft het nut van een kindertele
foon. Spreekster meent, dat deze dienst zelf een afdeling
voor kinderen zou kunnen organiseren en het telefoonnummer
kunnen populariseren voor kinderen. Een aparte instantie
vindt zij niet nodig, ofschoon zij weet dat er kinderen zijn
met problemen.
Ook verwacht spreekster dat de kosten hoger zullen zijn dan
in de begroting is berekend. Er wordt immers over vakkrachten
e.d. gesproken.
De voorzitter zegt, dat hij niet aanwezig was bij de bespre
king in het college over dit onderwerp. Hij is het met het
voorstel eens, dat we deze kant niet op moeten.
Wanneer de heer Traets gelijk heeft, dat er kinderen met pro
blemen rondlopen waarvoor zij bij niemand terecht kunnen, dan
vindt spreker, dat het C.D.A. een ander beleid moet gaan
voeren om aan die wantoestand in de samenleving een eind te
maken
Achter zo'n kindertelefoon zitten mensen, die de kinderen van
alles wijs kunnen maken, waarop de ouders geen enkele invloed
kunnen uitoefenen. Die kant moet men beslist niet op.
De heer van der Wiele zegt hierna het volgende:
"Mijnheer, de voorzitter,
"Ik behoorde tot een minderheid in de adviescommissie finan
ciën, die wel overtuigd was van een noodzaak van instelling
"van een telefonische hulpdienst voor kinderen. Een kinder-
telefoondienst kan men beschouwen als een eerste lijnsvoor
ziening voor jongeren tussen 8 en 15 jaar.
"Dat zo'n hulpdienst in een behoefte kan voorzien bewijzen
"b.v. Rotterdam en Utrecht.
"De Rotterdamse lijn wordt regelmatig gebeld door kinderen
"uit West-Brabant
"De Utrechtse lijn kreeg maar liefst 9.248 telefoontjes te
"verwerken, Utrecht is te vergelijken met West-Brabant qua
inwonerstal
"Ook in West-Duitsland is er een Sorgentelefoon voor kinderen.
"Er bestaan in ons land 10 van deze hulpdiensten, waarvan er
"6 door het rijk worden gesubsidiëerd.
"De tegenstanders beweren dat er in West-Brabant nauwelijks
"behoefte aan een kindertelefoon bestaat, omdat de maatschap-
"pelijke structuur hier anders zou zijn dan in de grote ste-
"den. Deskundige voorstanders beweren echter dat de ervaring
"op scholen en in het jeugdwerk heeft geleerd, dat er door
"de nog heersende gezinsstructuren juist veel kinderen met
"problemen zitten, waar ze nergens mee aan kunnen kloppen.
"Ook niet bij andere hulpverleningsorganisaties en het plaat-
"selijk maatschappelijk werk. Deze instanties hebben te hoge
"drempels voor deze kinderen.
"Het gaat om kinderen die in moeilijkheden verkeren en dreigen
"ten onder te gaan. Deze kinderen moeten een reddingsboei heb-
"ben, als ze in nood verkeren en wat is er dan gemakkelijker
"om anoniem een nummer te draaien.
-13-