-10-
De heer Blerkens zegt dat de woorden van de heer Hulshof, dat
er een besluit genomen is dat er geen recepties meer gehouden
zullen worden, niet geheel juist zijn. Er is over één receptie
gesproken, waarover nog geen besluit genomen is; daarbij is
de vraag gesteld of dat dit in 1983 nog moet gebeuren.
De heer Hulshof zegt, dat naar het bestuur van de suikerstad-
mars een brief is uitgegaan, waarin staat dat het de laatste
ontvangst op het gemeentehuis is.
De heer Bierkens zegt, dat er geen algemeen besluit is genomen,
dat er geen recepties meer zullen worden gehouden.
De voorzitter heeft begrepen, dat de heer Boluijt een voorstel
heeft gedaan om het besluit van de raad terug te nemen. De
heer Sturris heeft daartoe geen voorstel gedaan, maar uit zijn
woorden blijkt wel, dat hij het voorstel van de heer Boluijt
steunt. Er moet dus nog één lid van de raad dit voorstel steu
nen
De heer Sturris citeert een gedeelte uit zijn betoog, dat hij
nu de raad als voorstel ter stemming wil voorleggen. Hij neemt
aan, dat twee leden van de CDA.-fraktie zijn voorstel zullen
ondersteunen.
De voorzitter zegt, dat het voorstel van de heer Sturris door
twee personen ondersteund moet worden. Dit is niet het geval.
Het voorstel wordt danook niet in stemming gebracht. Hij sluit
hierna de discussie over dit onderwerp.
SUBSIDIE KIN
DERTELEFOON
WEST-BRABANT
5. Een voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 januari
1982 om het verzoek van de voorbereidingsgroep Kindertelefoon
West-Brabant om een subsidie in de oprichtings- en exploita
tiekosten van de kindertelefoon niet te honoreren.
Mevr.Huijzers zegt, dat het haar bekend is dat het college
en de meerderheid van de commissie financiën tegen subsidiëring
van de Kindertelefoon West-Brabant zijn. Toch wil zij vragen
om het voor één jaar te bezien. Zij weet, dat er geen geld is
en dat de gemeente moet bezuinigen. De argumenten die aange
voerd zijn ter verkrijging van een subsidie hebben haar wel
kunnen overtuigen van de noodzaak van een kindertelefoon, dit
in tegenstelling tot het college en de commissie financiën.
Haars inziens wordt door de kindertelefoon kindermishandeling
eerder bekend. De kinderen hebben het idee bij de kindertele
foon terecht te kunnen. Ze kunnen zelf het initiatief nemen,
blijven anoniem, behoeven niet te wachten en hoeven ook niet
bang te zijn voor de konsekwentiesSamen wordt naar een op
lossing gezocht. Door de kindertelefoondienst wordt de nodige
informatie gegeven of wordt verwezen naar hulpverlenende in
stanties
Gezien de instellingen, die hierin vertegenwoordigd zijn en de
financiële hulp die gevraagd wordt door het ministerie van
C.R.M., provinciale staten van Noord-Brabant, het Kon.Juliana-
fonds, het Kinderpostzegelcomité en het Jeugdfonds vraagt
spreekster om voor één jaar een subsidie te verlenen.
De heer Boluijt vraagt zich af, waar de kinderen beter met hun
problemen terecht kunnen dan bij hun ouders, eventueel bij een
leraar, kerkeraden e.d. Hij ziet niet in waarom de gemeente
raad over moet gaan tot het subsidiëren van een kindertelefoon.
Hij ziet er het nut niet van in en vindt het bovendien een
ondermijning van het ouderlijk gezag.
De heer Traets is het in grote lijnen eens met het betoog van
mevr. Huijzers. In de commissie financiën heeft hij al sterk
aangedrongen op een éénmalige subsidiëring voor dit project.
-11-