"Alom klinkt vandaag de roep om elke vorm van onrechtvaardige
"discriminatie te verbieden. Wetgeving wordt er zelfs voor in
"het leven geroepen. Maar helaas het is alles geladen met
"selectiviteit! Wie bekommert zich nog over een miskenning
"van Gods wetten en de daarmee gepaard gaande discriminatie
"van ons Gereformeerde volksdeel, wat daarnaarwil leven.
"Daarom is deze brief mij uit het hart gegrepen. Ik kan niet
"anders dan oproepen om aan de stem van de kerk, die oproept
"aan volk en overheid om in het spoor van Gods geboden te
"gaan, gehoor te geven.
"Dit besluit van burgemeester en wethouders, of moet ik spre-
"ken over een meerderheidsbesluit van burgemeester en wethou
ders, wil ik aan de nu voltallige raad ter stemming voorleg-
"gen.
De heer Boluijt betreurt deze ontvangst van de Prins en de
raad van elf. Uit principiële overwegingen zal hij niet aan
deze ontvangst deelnemen. Uit de brief van de kerkeraden proeft
men de bezorgdheid van een deel van de bevolking.
Spreker is voorzichtig met kritiek of oordeel. Ieder die carna
val wil vieren, moet dat voor zichzelf weten. Hij vindt het
echter bijzonder jammer, dat hierin ook het gemeentebestuur
betrokken wordt. Hij had liever gezien dat de normen en regels
van voorgaande jaren in acht waren genomen en dat men de aan
vrage achterwege had gelaten.
Spreker stelt voor om het besluit terug te nemen.
De heer Traets spreekt zijn respect uit voor de manier waarop
de heren Sturris en Boluijt hun principes verwoord hebben.
Hij vindt dat een belangrijk punt. Zij hebben dat op een pret
tiger manier gedaan dan uit de brief van de kerkeraden naar
voren is gekomen.
Spreker vervolgt, dat een ieder zijn eigen principes heeft.
De woorden "carnaval" en "carnavalsfeest" liggen in onze ge
meente erg gevoelig. Hij denkt, dat dit geen reden mag zijn
om over te gaan tot formuleringen als "agressie, dronkenschap,
overspel e.d.". Deze woorden stuiten hem tegen de borst.
Personen, die vanuit hun principe bepaalde zaken aanvechten,
waardeert spreker. De formuleringen die in deze brief gebruikt
worden vindt hij twijfelachtig.
Spreker heeft van de politie vernomen, dat tijdens de carnaval
zeker niet meer overlast, vernielingen e.d. plaats vinden als
tijdens andere in onze gemeente georganiseerde festiviteiten,
met name de Muzafeesten en wielerronde. Carnaval heeft de naam,
aldus de politie en dat ligt dus gevoeliger, maar bezorgt de
politie minder werk dan die andere feesten.
De heer Traets vindt, dat hierop weieens de nadruk mag worden
gelegd.
Vervolgens zegt hij, dat in de brief staat, dat het geen nood
zakelijke bestuurshandeling maar een "schertsvertoning" is.
Spreker vindt dat woord niet passen bij de personen, die deze
zaak naar voren brengen. Dat het geen noodzakelijke bestuurs
handeling is kan wel waar zijn, maar hij vraagt zich danook
af of de ontvangst tijdens de Muzafeesten of Suikerstadmars
dat wel zijn. Hij meent van niet. Tegen deze ontvangsten is
door de betreffende kerkgenootschappen gelukkig nooit gepro
testeerd.
Hij hoopt, dat carnaval, muza, suikerstadmars e.d. op een pas
sende wijze ontvangen kunnen worden.